Atletiek blijft voor mij DE sport van de Olympische Spelen.
Komt door mijn vader.
Hij behoorde in de jaren dertig tot de Nederlandse top.
Lang en slank. Geen spoor van spierversterkers.
Nederlands kampioen met discus en kogel.
Hij keek altijd naar atletiek.
Genoot, maar ergerde zich ook.
Vooral om het show gedrag van sommige atleten.
"Concentratie, an me hoela," zei hij dan.
Ik heb de afgelopen week vooral gelet op de emoties achteraf. Hoe teleurstellingen rauw verwerkt worden. Pal na de prestatie.
Ik noem er een paar:
Huilen (nadat ze in de eerste ronde na één minuut plat op de rug gaat).
Schelden en tieren na een (onterechte) jurering.
In het oneindige kijken.
Schoenen weggooien.
Paard op de billen slaan.
Maar ook de rust in de ogen van Epke vond ik fascinerend. Je voelde die val aankomen. Hij ook volgens mij.
De druk was enorm.
Ik ben niet zo van verwachtingen. Ik hoop alleen maar.
Had Schippers vorige jaar geen goud op de WK gehaald, dan was nu iedereen (en vooral Dafne zelf) laaiend enthousiast over haar zilveren plak.
Thompson is momenteel gewoon de nummer één op de 100 -en 200 meter. Klaar!!
En dan Churandy Martina.
Die man die praat alsof hij altijd high is.
Wat een geweldige atleet is dat.
Ongrijpbaar voor de pers. Hij is altijd vrolijk. Altijd positief. Laat zich door niets en niemand gek maken.
De journalisten kunnen nog zo ".....ja maar" zeiken, ze krijgen hem niet kwaad.
Heerlijk!
En dan wordt hij ook nog eens 5e op de 200 meter.
Gewoon omdat hij hard kan lopen. Heel hard.
En hij is er blij mee.
Ja, voor zo'n sporter zette ik graag mijn wekker.
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten