De crème de la crème van de Nederlandse schrijverswereld zat gisteravond aan tafel bij Jeroen Pauw.
Al snel bleek dat de crème tamelijk geschift was.
Mijn mond viel open toen ik Conny Palmen hoorde uitvaren tegen Maarten 't Hart.
‘Maarten ’t Hart is een heel nare man, bovendien een heel slecht schrijver.’
Tommy Wieringa liet blijken geen zin te hebben in een reis met de redactie van De Groene Amsterdammer.
Waarom niet zei hij niet. Jammer dat Pauw daar niet verder op inging.
Ze mogen naar de Frankfurter Buchmesse.
Leuk, zou ik zeggen.
Dankbaar ook. Eervol.
Dat je boek in zo'n 25 landen wordt uitgegeven.
Fantastisch toch?!
Maar nee.
Over het reisgezelschap was veel aan te merken.
En die beurs??
Pff. Vermoeiend. Veel drank.
Adriaan van Dis, die zichzelf toch ook wel heel hoog heeft zitten, nam geen plaats in het modderbad.
Ook hij schijnt "niet bevriend te zijn" met Maarten 't Hart.
Weet u met welk gevoel ik bleef zitten na deze uitzending?
Dat ik nooit meer boeken wil kopen van schrijvers met deze lamlendige houding.
Ze verdienen mijn geld niet!
En wil Bob Dylan de Nobelprijs wel?
Dylan is zoals Dylan wil zijn: onbereikbaar.
"Er is wel contact geweest met een naaste medewerker van Dylan, en die is heel vriendelijk, maar van de zanger zelf is nog niets vernomen", zegt Sara Danius van de Zweedse Academie die de Literatuurprijs uitreikt.
Dylan is een rare snuiter.
Vaak schrijven die de mooiste dingen.
*****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten