20 oktober, 2020

De jaskamer van mijn kleinzoon


Tutti belt beeld.

Hij heeft een Amerikaanse outfit aan.

"Kijk oma, van jou gekregen."

Dit jaar kan ik niet naar Florida en dus ook niets voor hem kopen. Geen Black Friday.
We bestellen desondanks online.

"Dag oma!!"

Twee glunderende ogen kijken mij aan.

"Hij wilde jou bellen," zegt zoonlief.

Alweer?
Ik ben vereerd.
Tutti wil me steeds vaker bellen. Hij weet hoe het toestel werkt, al krijg ik meer plafondspotjes te zien dan zijn stralende ogen.

"Wat gezellig dat je weer belt, schat."

"Ja, hè! Wij gaan straks pasta eten, oma."

"Alweer," roept opa vanuit zijn luie stoel.

Tutti lijkt het niet te begrijpen.
 (Manlief refereert aan een filmpje dat we vanmorgen kregen waarin onze kleinzoon aan het koken was voor zijn vader en knuffel Tijgertje, die in de kinderstoel zat)

"Je hebt vanmorgen toch pasta gekookt voor voor papa en Tijgertje?"

Hij lijkt het niet interessant te vinden.

Ik draai het beeld om naar manlief.

"Hoi opa," klinkt het enthousiast. "Wat doe je, opa?"

Opa heeft maar drie vaste activiteiten in deze Covid-tijd: lezen, tv-kijken en de hond uitlaten.

"Ik kijk televisie."

Zoonlief fluistert iets, maar ons kleinkind gaat onverstoorbaar verder met het gesprek.

"Draai maar weer om, oma. Ik ga jou bellen. Wij gaan praten."

"Natuurlijk. Dus jullie gaan pasta eten?"

Koken en eten zijn heel belangrijk voor het ventje.

"Wat ga jij eten, oma?" Ook een terugkerende vraag. 
Hij weet dat ik mijn potten en pannen in beeld zal brengen.

Bij de pindasaus valt hij me in de rede: "Wij gaan ook saus eten."

Zoals alle kinderen (en sommige kinderachtige volwassenen) begint Tutti in de overtreffende fase te geraken. 

Opa roept om aandacht. Hij houdt een boek omhoog, dat hij toevallig te leen heeft van zijn zoon.

"Dat is een groot boek," zeg ik.

"Wij hebben ook boeken...................wij hebben twee boeken." 

Ik slik een lach weg.

"Oma, draai nou maar weer om."

Wanneer hij mijn gezicht ziet lacht hij.
Tranen dringen zich op. Ik praat ze met moeite weg.

"O, daar komt een heel groot schip."

De afleiding werkt. Ik draai het beeld weer.

"Die gaat naar Ameland, oma." Hij heeft twee vakanties op Ameland doorgebracht en die hebben indruk gemaakt.

"Goede reis naar Ameland," roep ik - zwaaiend naar buiten.

"Draai maar weer om, oma."

Hij wil me zien.

"Ik heb jozijntjes gegeten, oma."

"O, lekker. Ik heb ook nog rozijntjes. Die zijn voor jou."

Ik draai voor de zoveelste keer het beeld om de rozijntjes te laten zien.

"Die zijn voor mij, hè oma?"

"Ja, die zijn voor jou."

"Wij komen straks met de auto naar jou, oma."

"Was dat maar zo, schat. Jij gaat lekker pasta eten en oma nasi."

"Draai je nou om, oma."

"Zo, daar ben ik weer." Ik heb tijd nodig om gespreksstof te vinden, maar zoonlief is me voor.

"Vertel oma eens wat we vanmiddag gedaan hebben."

"We zijn naar de post geweest."

"Ja, en wat nog meer?"

"We hebben gehockeyd."

>>>>Mensen die ons lang kennen weten dat hockey een essentieel onderdeel uitmaakt(e) van ons leven.<<<<

Opa en oma juichen. Een beetje tegen beter weten in, want het hockey-bloed stroomt niet echt door Tutti's aderen.

"Hebben de vogels al gegeten van al dat lekkers dat mama heeft gekocht?"

"Het appelhuisje," vult Tutti mij aan.

"Ja. Hebben ze appel gegeten?"

"Neen," klinkt het teleurgesteld.

"Kun jij de vogels roepen, oma?!"

"Moet ik de vogels roepen en naar jou toesturen?"

"Ja. Dat kan jij wel."

Ik begin tegen een vuile ruit aan te praten en denk dat ik die toch eens moet zemen.

"Hup, die kant op........en vliegen."

"Dan moet jij ook roepen, schat," moedig ik hem aan.

"Nee, ze luisteren niet naar mij."

"Ik heb me jaskamer niet aan oma." 

Jaskamer: ik vind hem briljant. Ik wil hem erin houden.

>>>Al veertig jaar zeggen wij beranglijk. Met een diepe buiging naar onze zoon. En de hond uitladen.

Toen Tutti begon te brabbelen hadden schoondochter en ik het erover: wel -of niet verbeteren.
Niet verbeteren, maar zelf wel het juiste woord gebruiken. Daar waren we het over eens.

Maar een woord als jaskamer brengt mij aan het twijfelen.


↑Dit prachtexemplaar heb ik voor hem meegenomen uit Colmar.
Vanwege Corona, waardoor wij niet naar Florida kunnen, doe ik dit soort exorbitante uitgaven en hij is er dolblij mee.

Want op de linkermouw zit een "horloge"  - het logo van Le Petit Bateau.

Dan schiet mij nog iets te binnen.
Ik draai het beeld naar Jacky die meteen reageert op de kinderstem die hij duidelijk herkent.

"Ik moet nog iets vertellen. Jacky heeft poep gegeten."

De (door mij) verwachte reactie blijft uit. 

"Jacky heeft poep gegeten. Vies hè?"

Hij zegt niets maar kijkt zijn vader aan, die wel meteen reageert met "hè bah - gekke Jacky."

Tutti is duidelijk nog niet in de poep -en pies fase en ziet er ook de humor nog niet van in.
Zijn onbewogen gelaatsuitdrukking maakt me aan het lachen.
Ik kan het niet onderdrukken.
En dan begint ook hij te lachen.

Na een half uur nemen we afscheid met dikke kussen en woorden als "I love you."


Dan wordt er aangebeld.
Het is DHL.
*****

Geen opmerkingen: