Op 19 augustus haalden we de nieuwe Fendt op in Emmen en settelden ons aan het Slotermeer.
(Op twee weken na zijn we dus twee maanden weggeweest)
Camping De Jerden beviel ons uitstekend, al zou ik hier in het hoogseizoen niet willen staan.
De caravan leverde geen problemen op. Comfortabel en makkelijk in het gebruik.
Totdat het achterraam er tijdens een storm uitvloog.
Eigen schuld - dikke bult.
Via CC Emmen, waar het raam werd gerepareerd, reden we naar Duitsland.
↓In Duitsland hadden we pech. Niet alleen was het een slechte camping, ook vloog de caravan van de kogel. Dat hadden we met de Cruzer ook al eens meegemaakt.
Niet echt bevordelijk voor het zelfvertrouwen.
Dankzij een behulpzame landgenoot verloren we niet veel tijd.
Op naar de Elzas, waar de wijnoogst in volle gang was.
De voor ons bekende camping - Les Trois Chateaux - stond tot onze grote schrik en verbazing erg vol .↓
Het was gedoe met de plaatsen. We kregen de caravan niet waterpas.
Uiteindelijk belandden we op een te kleine plaats.
Jammer want wij houden van Eguisheim↓en de omgeving is prachtig.
Op een van de uitstapjes kwamen we in Kaysersberg↓ terecht, een beeldschoon Pieck-stadje.
We spraken af daar zeker naar terug te keren.
Vanwege Corona hadden we niets vastgelegd. We hielden de site van Buitenlandse Zaken in de gaten en manlief kreeg pushberichten op zijn telefoon.
De situatie in Nederland werd slechter.
Zwitserland werd onze volgende bestemming.
Ik had in Beatenburg (bij Interlaken naar boven) de kleine (boeren)camping Wang gevonden met een waanzinnig uitzicht.
Als wij geweten hadden dat het zo'n griezelige expeditie zou worden, dan hadden wij het niet gedaan.
De boer zette met zijn tractor onze Fendt op zijn plaats.
De camping was iedere avond overvol. Vooral de achteloze houding van de andere kampeerders stoorde ons mateloos.
We bleven een week. Een prachtige week.
Maar toen we veilig beneden kwamen met de caravan slaakten we beiden een zucht van verlichting.
Camping Oberei in Wilderswil had nog volop plek. Ook daar liep het iedere dag behoorlijk vol.
Een fijne, kleine camping - strak geleid door moeder en dochter.
Daar ging de koelkast kapot. We kochten een grote koelbox die het fantastisch deed en zetten ons snel over de zoveelste tegenslag heen.
Hier hebben we het enorm naar ons zin gehad.
Wat hebben we heerlijk gewandeld. Veel gewandeld.
We stapten zelfs over de grote kosten-barrière heen: want Zwitserland is -en blijft een belachelijk duur land.
Echt: Camping Oberei was twee keer zo duur als de campings in Frankrijk.
Telkens bij het afrekenen was het even slikken.
Toch zijn we gebleven en lieten we Italië (wat ik te ver vond) schieten.
We hebben intens genoten!
Zwitserland was een aangename verrassing.
De berichten uit Nederland werden verontrustend.
Hoewel wij ons er geen zorgen over hoefden te maken (wij waren immers op tijd weggegaan en verbleven alleen in gele gebieden) vrat het toch aan ons.
De plannen om via de Bourgogne terug naar huis te keren werden door Covid belemmerd.
Buitenlandse Zaken kleurde het wijngebied oranje.
↓Dus bedachten we het Zwarte Woud en wel (de) Tittisee.
Maar daar voelden we ons helemaal niet veilig en bleven we maar één nacht.
Dus toch weer naar de Elzas.
Dat was geen straf.
Ik had Kaysersberg nog in mijn hoofd.
Op Camping Municipal stonden twee campers en drie caravans.
Er was dus nog plek.
Hoewel de plaatsen ruim zijn en de faciliteiten prima zou ik toch niet meer voor deze camping kiezen.
Het ligt tegen een schoolplein aan, waar vijf keer per dag uitzinnig schreeuwende kinderen worden gelucht. Ook schrok ik van de (achter)buurt waar de camping aan grenst.
↓Jammer, want Kaysersberg is een heerlijke stad.
Het was lang geleden dat we zo goed gegeten hebben.
We hebben souvenirs meegenomen die ons deze winter regelmatig zullen herinneren aan deze gewelige - maar ook bizarre op-de-vlucht-voor-Corona-vakantie.
Covid-19:
Wij hebben enorm veel geluk gehad omdat we op reis gingen voordat Nederland op de zwarte lijst kwam in Duitsland, Zwitserland en Italië.
Onze criteria waren duidelijk:
- in gele gebieden blijven en binnen 12 uur terug naar Nederland kunnen komen, via gele gebieden
- altijd in gedachte houden dat grenzen zomaar dichtgegooid konden worden
Duitsland op de heenweg was de eerste confrontatie met de mondkapjes-wereld.
Een wereld waar we snel vertrouwd mee raakten.
Op de terugweg benauwde de drukte in het toeristische Zwarte Woud ons en vluchtten we terug naar de Elzas, het enige stukje geel op de kaart.
In Frankrijk werden de regels goed nageleefd. Het verplichte mondkapje stelde ons gerust.
Het is voor iedereen een vanzelfsprekendheid.
Ook de restaurants hadden opzienbarende -en inventieve maatregelen getroffen.
Ik heb me maar één keer onveilig gevoeld: in een kleinere supermarkt waar veel jeugd na school snoep en blikjes kwam kopen. Ook zij hadden mondkapjes op, maar er gold geen limiet waardoor het wat druk werd.
In Zwitserland golden dezelfde regels als in Nederland.
De campings en restaurants hadden duidelijk regels, maar individueel vonden wij de Zwitsers erg laks en ongeïnteresseerd.
↓In de supermarkten en bij het tanken droegen wij wegwerphandschoenen en mondkapjes.
↑Omdat er in Nederland een tekort schijnt te zijn sloeg ik mijn slag in Frankrijk, waar geen schaarste heerst. Eerst bij de apotheek en vervolgens bij E. Leclerc.
De Fransen zullen mij niet betichten van hamsteren.
******
Geen opmerkingen:
Een reactie posten