“En wat gaan we vandaag doen,” is een dagelijks
terugkerende vraag aan het einde van het ontbijt.
Ik moest eigenlijk in St.Austell om wat verbandspullen te kopen, maar voorzag dat het op zaterdagochtend wel druk zou zijn.
We waren een paar dagen geleden door een schattig dorpje op
zo’n vijf kilometer van de camping gereden. Idyllisch is het juiste woord.
Een oude (16e eeuwse) kerk met een vicarage
ernaast, een old school, een pub en een post office/kruidenier.
Er lag een gigantisch begraafplaats achter. De meeste echt
oude graven (18e en 19e eeuw) waren geruimd. Dat
overwoekerde gedeelte had iets macabers.
En een brandschone wc.
Manlief ging op het bankje voor de post office zitten en tekende de kerk die ik bezocht.
Ik kocht er een kaart en gooide het wisselgeld in een charity box op de toonbank.
Een andere pittoresk (haven)dorp, genaamd Fowey stond nog in
ons geheugen.
Maar ook stond manlief vaag bij dat je niet met de auto in het
centrum kwam. Die moest je kilometers verderop op een groot parkeerterrein
zetten waarna je met een bus of te voet kon afdalen naar het centrum.
Gelukkig hadden we vanaf de plek waar ik deze foto’s maakte al
gezien dat er niets te beleven viel in Fowey.
↑Van ver buiten het dorp zagen we families met bolderwagens richting strandje lopen. Een klein strandje waar honden terecht niet welkom zijn.
Op de heenweg hadden we borden Par Beach gezien.
Een gigantisch strand waar de honden heerlijk mogen rennen
en families genoten van hun uitgebreide lunch.
Het was laagtij, maar voor ons voelde het als hoogtij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten