Vandaag las ik drie columns die mij enorm raken.
Ook ik ben des duivels over het optreden van "ethica" Helene Dupuis bij Jeroen Pauw, die gelukkig zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken schoof.
Heus - het is geen gemakzucht, maar ik kan het gewoon niet beter verwoorden.
Theodor Holman - Parool
Ach moedertje in het Dementehuis,
Pappa strompelt naar u toe.
Ikzelf geef helaas niet thuis
(Van het werken veel te moe).
't Personeel heeft het te druk.
Ze komen morgenochtend pas.
O ja, moeder, het licht is stuk.
Dus blijf maar doodstil zitten in uw plas.
Kijk, daar is pappa om u te verschonen.
Doet u een nieuwe luier aan.
't Is moeilijk hè, om hier te wonen.
't Is te ver ook van ons huis vandaan.
Moedertje, uit dikke mist bestaat uw denken.
Maar ik denk echt veel aan u.
Met dit lied wil ik u danken.
Bedankt moeder, ik dank u continu.
Pappa heeft een kussen bij zich.
U weet, kussen geeft hij u wat graag.
Pappa zegt: wil je dat ik bij je lig?
Moeder zeg dan: ja, elke dag, dus ook vandaag.
Pappa komt dan aan uw zijde,
Strijkt u zachtjes door het haar.
Vandaag zal hij u zeer verblijden,
met iets geweldigs, reken maar.
Ferm drukt pappa nu een kussen
Voor 't laatst op uwe lieve mond.
Ik hou van je, zegt hij ondertussen.
Ons leven is nu afgerond.
Ach moedertje, 't is echt goed zo, heus.
De kosten lopen uit de hand.
De zorg verslechtert rigoureus.
Pappa helpt ons allen uit de brand.
U komt wel door de hemelpoort,
Pappa zit helaas voor moord.
Pappa strompelt naar u toe.
Ikzelf geef helaas niet thuis
(Van het werken veel te moe).
't Personeel heeft het te druk.
Ze komen morgenochtend pas.
O ja, moeder, het licht is stuk.
Dus blijf maar doodstil zitten in uw plas.
Kijk, daar is pappa om u te verschonen.
Doet u een nieuwe luier aan.
't Is moeilijk hè, om hier te wonen.
't Is te ver ook van ons huis vandaan.
Moedertje, uit dikke mist bestaat uw denken.
Maar ik denk echt veel aan u.
Met dit lied wil ik u danken.
Bedankt moeder, ik dank u continu.
Pappa heeft een kussen bij zich.
U weet, kussen geeft hij u wat graag.
Pappa zegt: wil je dat ik bij je lig?
Moeder zeg dan: ja, elke dag, dus ook vandaag.
Pappa komt dan aan uw zijde,
Strijkt u zachtjes door het haar.
Vandaag zal hij u zeer verblijden,
met iets geweldigs, reken maar.
Ferm drukt pappa nu een kussen
Voor 't laatst op uwe lieve mond.
Ik hou van je, zegt hij ondertussen.
Ons leven is nu afgerond.
Ach moedertje, 't is echt goed zo, heus.
De kosten lopen uit de hand.
De zorg verslechtert rigoureus.
Pappa helpt ons allen uit de brand.
U komt wel door de hemelpoort,
Pappa zit helaas voor moord.
Ach moedertje in het Dementehuis,
Pappa strompelt naar u toe.
Ikzelf geef helaas niet thuis
(Van het werken veel te moe).
't Personeel heeft het te druk.
Ze komen morgenochtend pas.
O ja, moeder, het licht is stuk.
Dus blijf maar doodstil zitten in uw plas.
Kijk, daar is pappa om u te verschonen.
Doet u een nieuwe luier aan.
't Is moeilijk hè, om hier te wonen.
't Is te ver ook van ons huis vandaan.
Moedertje, uit dikke mist bestaat uw denken.
Maar ik denk echt veel aan u.
Met dit lied wil ik u danken.
Bedankt moeder, ik dank u continu.
Pappa heeft een kussen bij zich.
U weet, kussen geeft hij u wat graag.
Pappa zegt: wil je dat ik bij je lig?
Moeder zeg dan: ja, elke dag, dus ook vandaag.
Pappa komt dan aan uw zijde,
Strijkt u zachtjes door het haar.
Vandaag zal hij u zeer verblijden,
met iets geweldigs, reken maar.
Ferm drukt pappa nu een kussen
Voor 't laatst op uwe lieve mond.
Ik hou van je, zegt hij ondertussen.
Ons leven is nu afgerond.
Ach moedertje, 't is echt goed zo, heus.
De kosten lopen uit de hand.
De zorg verslechtert rigoureus.
Pappa helpt ons allen uit de brand.
U komt wel door de hemelpoort,
Pappa zit helaas voor moord.
Pappa strompelt naar u toe.
Ikzelf geef helaas niet thuis
(Van het werken veel te moe).
't Personeel heeft het te druk.
Ze komen morgenochtend pas.
O ja, moeder, het licht is stuk.
Dus blijf maar doodstil zitten in uw plas.
Kijk, daar is pappa om u te verschonen.
Doet u een nieuwe luier aan.
't Is moeilijk hè, om hier te wonen.
't Is te ver ook van ons huis vandaan.
Moedertje, uit dikke mist bestaat uw denken.
Maar ik denk echt veel aan u.
Met dit lied wil ik u danken.
Bedankt moeder, ik dank u continu.
Pappa heeft een kussen bij zich.
U weet, kussen geeft hij u wat graag.
Pappa zegt: wil je dat ik bij je lig?
Moeder zeg dan: ja, elke dag, dus ook vandaag.
Pappa komt dan aan uw zijde,
Strijkt u zachtjes door het haar.
Vandaag zal hij u zeer verblijden,
met iets geweldigs, reken maar.
Ferm drukt pappa nu een kussen
Voor 't laatst op uwe lieve mond.
Ik hou van je, zegt hij ondertussen.
Ons leven is nu afgerond.
Ach moedertje, 't is echt goed zo, heus.
De kosten lopen uit de hand.
De zorg verslechtert rigoureus.
Pappa helpt ons allen uit de brand.
U komt wel door de hemelpoort,
Pappa zit helaas voor moord.
******
Youp van 't Hek - NRC
Bejaardenindustrie
Had wel een beetje te doen met die staatssecretaris Martin van Rijn, wiens vader de klok had geluid over Martin zijn moeder bij wie in een woonzorgcentrum de urine af en toe over de enkels klatert. Diederik Samsom zet met enige regelmaat geheel vrijwillig zijn gehandicapte dochter in om binnen zijn zieltogende partijtje te redden wat er te redden valt, maar Martin kreeg zijn dementerende moeder dankzij papa zomaar opeens ongevraagd op zijn bordje. Heel moedig toog hij naar Jeroen Pauw om te discussiëren met een vriend van zijn vader wiens vrouw in hetzelfde tehuis zit weg te kwijnen. En toen? Toen ging Martin volledig de mist in en kwam daar ook niet meer uit. Wat er fout ging? Hij bleef politicus. Begon een slap verkiezingspraatje. Dat dit probleem zijn inspiratie was geweest om de politiek in te gaan. Bij ons thuis zochten we allemaal een teiltje om te kotsen. Zagen wel dat Martin zijn haar goed zat. En zijn stropdas zat ook keurig recht.
Wat hij had moeten doen? Gewoon op televisie moeten vertellen dat hij zijn baas Rutte had gebeld om te zeggen dat hij de komende tien dagen niet op zijn werk zou verschijnen. Domweg omdat er een levensgroot familieprobleem was. Zijn demente moedertje zat in haar eigen gezeik en daar moest met spoed iets aan gedaan worden! Wat? Of een ander huis zoeken of binnen dat verzorgingshuis orde op zaken stellen. Hoe? Weet ik veel? Ruiten inkinkelen, directie uit hun dertigste overleg trekken en een emmer ijswater over hun botte koppen gooien, hardrockmuziek uit de speakers laten schallen. In elk geval wakker schudden. Maar die brave Martin kwam niet verder dan een zeikerige quote over inspiratie om de politiek in te gaan. Trut.
Dat Haaglanden, een of andere idioot grote moloch waar dat tehuis onder valt, was in eerste instantie te laf om zelf te komen. En ik begreep dat ze die leuke meneer Oude Nijhuis, de vriend van de oude Van Rijn, hadden aangeraden niet naar Pauw te gaan. Deze meneer vertelde later dat de staatssecretaris vlak voor de uitzending ook nog even een bondje had willen sluiten. Daar was die ouwe terecht niet op ingegaan. De volgende dag kwam er wel iemand naar Pauw, om precies te zijn de voorzitster van de raad van toezicht, en die had overduidelijk een lijstje van de directie van Haaglanden meegekregen. Ze wilde niet in debat omdat het anders welles-nietes zou worden. Wat ze vertelde? Het viel allemaal wel mee! Het tehuis had zelfs twee prijsjes gewonnen. Meneer Van Rijn en zijn vriend waren wat emotioneel geweest.
Even dacht ik dat die zorgreus gewoon een van de demente patiënten op ons had losgelaten. Tot ik begreep dat deze mevrouw de ethica Heleen Dupuis was en in de Eerste Kamer zit. Dit is een van haar vele schnabbels. In die kringen heten schnabbels nevenfuncties. Als je op internet ziet wat ze allemaal doet, vraag je je af wanneer de schat in vredesnaam haar nageltjes lakt. Het ene na het andere erebaantje vliegt je om de oren. Zo’n keurige chronisch bijbeunende vergadertijgerin. Meer banen dan Schiphol. Ze maakte het bij Pauw nog tien keer bonter dan Martin van Rijn de avond ervoor. Het was genant. En in een keer zie je hoe zo’n wereldje in elkaar steekt. Die Dupuis zit daar omdat ze warme contacten in politiek Den Haag heeft, maar ze weet van haar santé niet af. Niks onafhankelijke raad van toezicht. Gewoon spreekbuis van de directie van een bedrijf dat in demente bejaarden handelt en 2,8 miljoen winst maakt. Plus dat het dertig miljoen in kas heeft. Gezien dat saldo is het duidelijk dat Henk Krol nog niet bij deze oudjes langs is geweest. En dan schijnt dat Haaglanden nog een van de kleintjes binnen de sector te zijn. Binnenkort worden bij die zelfde club op alle bedden webcams gericht en kijkt iemand in een centrale in Schiedam of er geen oudje uit bed geflikkerd is. Verzonnen? Nee. En de ethica mevrouw Dupuis is ongetwijfeld al akkoord. Mensen die tegen dit plan zijn, zijn te betrokken en daarom te emotioneel. Waarom leggen we onze bejaarden eigenlijk niet op roosters? Net als de varkens. Dat de stront vanzelf wegspoelt.
Tijd voor revolutie? Ja! Wanneer? Nu!
******
Roos Schlikker - Parool
Geachte klootzakjes, wat was dat lachen hè, vrijdagavond. Was het eigenlijk een
vooropgezet plan? Of kwam het op als poepen, als een dierlijke impuls, de
opwelling van een beest dat de zwakte van een soortgenoot ruikt?
Hadden jullie haar al van ver zien aankomen terwijl jullie aan het hangen waren? Die oudere dame. Onberispelijk gekleed in lichte kleuren omdat ze vindt dat ze daarin wat gezonder oogt. Het maakt haar etherisch, doorschijnend, opvallend in haar kwetsbaarheid. Misschien is dat wat jullie in het oog sprong. Want jullie keken naar elkaar en loerden daarna gezamenlijk op deze prooi.
Ze had de hond nog even uitgelaten, haar handen koud van de herfstmist. Ze wilde snel haar bed in. Maar daar zaten jullie in haar portiek, een kluwen dreigend vlees. Ze zette een zelfverzekerde stem op: 'Ik wil mijn huis in.' Hadden jullie toch een trillertje gehoord? 'Dat mag niet,' kaatste de brutaalste terug. Gelach, gegrijns, elleboogstoten.
Ze bleef bedremmeld staan. 'Toe, laat me naar binnen.' Jullie schudden jullie hoofden. 'Nee, dat gaat niet gebeuren.' Achteraf gezien had ze meteen de politie moeten bellen, maar ze wilde zich niet laten kennen. Ze moest dit zelf oplossen. En terwijl ze almaar dacht: 'Blijf kalm', probeerde ze haar tengere schouders door de jongensmeute te duwen.
Wie riep de eerste verwensing? Wie gaf de eerste duw? Wie smeet zijn hete koffie naar haar, gevolgd door bekertjes van anderen? Wie van jullie klootzakjes lachte het hardst toen ze het verloor van haar emoties en zich krijsend en huilend naar binnen wrikte? Wie van jullie bleef daarna eindeloos scheldwoorden schreeuwen, zo grof dat ze ze nog steeds niet durft te herhalen? Wie ging maar door met troep tegen haar deur gooien, waarachter ze ineengedoken als een trillend muisje heeft zitten luisteren tot de storm eindelijk ging liggen?
De storm in haar is nog lang niet tot stilstand gekomen. Natuurlijk konden jullie dat niet weten. Jullie hebben er geen flauw benul van dat ze niet alleen ouder is en fysiek breekbaar, maar dat ook haar hersenen niet zo rekbaar en flexibel zijn als die van anderen. Dat ze het leven van alledag al lastig vindt, dat iedere verstoring kan betekenen dat ze langzaam in haar eigen moeras zakt. Dat haar bipolariteit ervoor zorgt dat ze altijd net iets wankeler is dan de rest.
Jullie konden niet weten dat zij mijn moeder is.
Maar ik zou willen dat jullie het wisten.
En dat mijn woorden 's nachts net zo lang door jullie hoofd zouden dreunen als die van jullie bij haar nog altijd doen.
Hadden jullie haar al van ver zien aankomen terwijl jullie aan het hangen waren? Die oudere dame. Onberispelijk gekleed in lichte kleuren omdat ze vindt dat ze daarin wat gezonder oogt. Het maakt haar etherisch, doorschijnend, opvallend in haar kwetsbaarheid. Misschien is dat wat jullie in het oog sprong. Want jullie keken naar elkaar en loerden daarna gezamenlijk op deze prooi.
Ze had de hond nog even uitgelaten, haar handen koud van de herfstmist. Ze wilde snel haar bed in. Maar daar zaten jullie in haar portiek, een kluwen dreigend vlees. Ze zette een zelfverzekerde stem op: 'Ik wil mijn huis in.' Hadden jullie toch een trillertje gehoord? 'Dat mag niet,' kaatste de brutaalste terug. Gelach, gegrijns, elleboogstoten.
Ze bleef bedremmeld staan. 'Toe, laat me naar binnen.' Jullie schudden jullie hoofden. 'Nee, dat gaat niet gebeuren.' Achteraf gezien had ze meteen de politie moeten bellen, maar ze wilde zich niet laten kennen. Ze moest dit zelf oplossen. En terwijl ze almaar dacht: 'Blijf kalm', probeerde ze haar tengere schouders door de jongensmeute te duwen.
Wie riep de eerste verwensing? Wie gaf de eerste duw? Wie smeet zijn hete koffie naar haar, gevolgd door bekertjes van anderen? Wie van jullie klootzakjes lachte het hardst toen ze het verloor van haar emoties en zich krijsend en huilend naar binnen wrikte? Wie van jullie bleef daarna eindeloos scheldwoorden schreeuwen, zo grof dat ze ze nog steeds niet durft te herhalen? Wie ging maar door met troep tegen haar deur gooien, waarachter ze ineengedoken als een trillend muisje heeft zitten luisteren tot de storm eindelijk ging liggen?
De storm in haar is nog lang niet tot stilstand gekomen. Natuurlijk konden jullie dat niet weten. Jullie hebben er geen flauw benul van dat ze niet alleen ouder is en fysiek breekbaar, maar dat ook haar hersenen niet zo rekbaar en flexibel zijn als die van anderen. Dat ze het leven van alledag al lastig vindt, dat iedere verstoring kan betekenen dat ze langzaam in haar eigen moeras zakt. Dat haar bipolariteit ervoor zorgt dat ze altijd net iets wankeler is dan de rest.
Jullie konden niet weten dat zij mijn moeder is.
Maar ik zou willen dat jullie het wisten.
En dat mijn woorden 's nachts net zo lang door jullie hoofd zouden dreunen als die van jullie bij haar nog altijd doen.
************************
Geen opmerkingen:
Een reactie posten