Mama en ik gingen naar het strand.
Mama ligt beter in het gehoor dan vrouwtje. Vandaar...
"Zal ik het proberen?"
'Wat?'
"Jacky loslaten."
'Ja, als je het durft moet je het doen.'
Ondertussen zat ik ongeduldig op de deurmat.
Ik wist allang dat we uit zouden gaan.
Ik voel alles feilloos aan en begrijp heel goed wat ze zeggen.
We gingen naar een stille parkeerplaats en moesten over een duin.
En toen......
Voor rustig poepen gun ik mijzelf geen tijd. Mijn (speur)neus weet niet dat er nog iets half uit mijn kont hangt.
De weg terug naar de auto verliep heel wat moeizamer dan de weg naar het strand.
Mama klauterde op handen en knieën het duin op en hijgde: "dit is niet goed Jack."
Toen liepen we door helmgras en gemene stekels.
We waren verdwaald.
Ook wat moois: ben ik gehoorzaam op het strand, raakt zij de weg kwijt.
"Breng me naar de auto Jack."
"Ja, de oranje besjes. Dat is goed."
Ze noemde me klein duimpje en gaf me treats.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten