Manlief wekte me gisteren met de woorden "Ebru Umar is opgepakt."
Ik schrok niet eens zo heel erg, maar de vloek was er niet minder om.
Het was te verwachten gezien het Gestapo-gedrag van de Turkse president.
Want ja, met de meidagen voor de deur was dat het eerste waar ik aan dacht.
Censuur, vervolgingen, van je bed worden gelicht en kliklijnen.
P. zat de hele dag voor de buis.
Hij zag wielrenner Poels een klassieker in het Waalse land winnen.
Tussendoor zapte hij naar het journaal.
Daarna was het de beurt aan Feyenoord om eindelijk weer eens een grote prijs te winnen.
Dat lukte.
Ik zat achter een kapotte naaimachine, die ik met een Bep van Klaveren mep weer aan de praat kreeg - zij het met een snelheidsbegrenzer.
Ik moest iets doen en zocht mij afleiding in twee lappen van de markt.
Zo zigzagde ik binnen no time een broek en een rok op mijn haperende (30 jaar oude) Husqvarna.
Terwijl "Nederturken" hun agressie op Umar botvierden en de gemoederen op Twitter tot een kookpunt opliepen zat ik alleen maar aan angst, spanning en verdriet te denken.
Dat had ik ook toen Theo van Gogh werd vermoord.
Dat had ik ook na de aanslagen in Parijs en Brussel.
De in Kralingen opgegroeide Ebru en haar ouders waren in mijn gedachten: een rok en een broek lang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten