Het Zeeuwse meisje woont nu zo'n vijf jaar in Rotterdam.
Soms hoor ik nog iets Zeeuws, maar in de multiculturele Maasstad valt het niet op.
(Laatst stelde ik aan vier mensen dezelfde vraag over tramlijn 21, waar ik nooit een antwoord in mijn moeders taal op kreeg).
De auto van het Zeeuwse meisje was in de garage en de monteur gaf als mogelijke onderdelen een paar dure opties door.
"Laet ma doe," zei de Zeeuwse, waarmee ze laat maar zitten/niet doen bedoelde.
Maar de monteur vatte het heel anders op en bestelde de dure onderdelen.
Pas toen ze een telefoontje kreeg dat het materiaal binnengekomen was begreep ze waar de communicatie was misgegaan.
Haar Surinaamse vriend is als mediator opgetreden en het is goed gekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten