Een vermoeiende, maar welkome afleiding: Tutti komt logeren.
Zijn winkeltje staat klaar. Zo ook mijn oude gsm.
Hij imiteert de telefoongesprekken die zijn moeder voert, waarbij hij haar voornaam noemt.
"Is dat mama," vraagt manlief. "Neen," zegt hij resoluut.
Tutti is een meester in rollenspel.
Hij improviseert er een eind op los. De groenten die hij in het winkeltje heeft gekocht moeten gekookt worden.
Daar wil hij een bijzettafeltje voor gebruiken.
"Heb je pannen, oma?"
↑Ik vind van alles voor hem in mijn keukenkastjes en doe hem een theedoek voor zodat hij op een kok lijkt.
"Heb je ook een mutskok, oma?"
Helaas.
Maar hij vindt het niet erg en begint soep voor opa te maken.
Wij kijken toe en genieten van dit reality toneelstukje.
Zijn mond staat geen moment stil.
We zijn blij dat hij nog een middagslaapje doet.
Vanaf dat hij opstaat (hij slaapt bij ons op de kamer en geeft geen kik totdat ik wakker word) gaat hij los.
"Wat gaat je doen, oma?'
"Wat doe je, oma.?
"Mag ik helpen, oma?"
"Moet dat in de wassientje, oma
"Wacht, ik pak het wel oma."
"Ik ga met jou onder de douche, oma."
"Mag ik een washandje, oma?"
"Ik moet een pilletje, oma."
"Ik vind jouw sop lekker, oma."
"Gaan we cwassointjes eten oma?"
.......
Onophoudelijk.
Geen gejengel, geen gehuil.
Ik geef geduldig antwoord totdat het vermoeiend wordt.
Dan reageer ik met JAHAAAAA of NEEHEE.
"Okee," zegt hij - met andere woorden "I got the message."
Er staat muziek aan. Mijn man trommelt met zijn vingers op de tafel.
Het irriteert blijkbaar niet alleen mij.
Tutti: "Opa, niet doen."
Manlief plaagt en gaat door.
Tutti verheft zijn stem: "Neen opa - niet doen." Hij schudt zijn hoofd en maakt een "pas op" beweging met zijn hand.
We ontbijten uitgebreid omdat hij daar dol op is.
Maar Tutti begint niet voordat we allemaal aan tafel zitten.
Hij wil harmonie.
Als ik nog even roomboter wil pakken roept hij dwingend "kom nou oma, dan gaan we eten."
Ik eet knäckebröd met komijnekaas en marmite, een combinatie waar de meeste mensen van gruwelen, maar waar mijn zoon ook dol op is.
Tutti begint met een croissant. Hij houdt nauwlettend in de gaten wat wij eten.
(De avond ervoor aten we boerenkool. Voor manlief en kleinzoon had ik een rookworst gekookt. Zelf nam ik casselerrib. Kleinzoon wilde ook graag een stukje proberen en zei dat hij het heerlijk vond. Ik moest nog maar een stukje afsnijden.)
Hij heeft zijn croissant nog niet op of hij wijst naar mijn cracker en laat weten dat hij dat ook graag wil.
"Vind jij spikkeltjeskaas lekker?
"Ja...............met dat," zegt hij wijzend naar de pot marmite.
Ik schraap wat marmite van mijn kaas af en geef hem de helft.
Het ventje geniet.
"Mag ik nog een cracker, oma?"
Daarna wil hij een geroosterde krentenboterham.
Alles gaat schoon op.
Okee, na dit heerlijke ontbijt is het tijd om in te gaan pakken.
Om dat rustig te kunnen doen zetten we een kinderprogramma aan.
Tutti staat voor de tv.
Dan hoor ik een korte kreun, gevolgd door een zucht.
"Moet jij poepen?"
"Jàh."
Ik pak zijn hand en we lopen naar de wc. Maar ik ruik het al.
"Hè bah, waarom nou?"
Hij begint over andere dingen te praten wanneer ik hem uitkleed, maar nu zeg ik toch dat ik wel boos en verdrietig ben.
"Je bent nu bijna drie en dan weet je best wanneer je moet poepen."
"Jàh."
"Je kunt dat best zeggen tegen opa of oma."
"Okee, oma."
"Niet leuk, Tutti."
Ik pruttel nog wat door.
"Sorry, oma. Ik vind jou wel lief."
"Ik jou ook schat."
"Ik jou ook!"
*****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten