03 juli, 2015

Dienders


"Ik geloof niet dat onze dienders een stelletje racisten zijn," schreef Theodor Holman gisteren in zijn column.

Dat geloof ik ook niet, al denk ik niet dat het hele corps een "zuiver" blazoen heeft.

In ieder geval moest ik, bij het lezen van die ene regel, meteen terugdenken aan de dag dat wij terugkwamen uit de VS.

Om 8.15 uur begroette ik de Belgische douaneambtenaar (met zijn glanzend geschoren hoofd, schouders als bokszakken en waarschijnlijk een lijf vol tatoeages) op Zaventem met
"Bonjour. Goedemorgen."
Vriendelijk en beleefd.

>>Maar ja, in Brussel weet je het nooit zeker.
Ik herinner mij de tijd dat de hoofdstad Franstalig was. Op het arrogante af.
Die Vlamingen waren van minderwaardige komaf.
De voormalige koningen spraken drie woorden onverstaanbaar Vlaams en zo ook hun hoofdstedelijke onderdanen.
 
Er is de laatste jaren iets veranderd bij onze zuiderburen.
Wallonië is het land der armen. Om somber van te worden.
Leegstand en werkeloosheid teisteren het eens zo trotse Frans-België.<<

Vandaar mijn tweetalige begroeting.

Maar de diender stelde dat ogenschijnlijk niet op prijs.
Als blikken konden doden.
Hij zei niets terug.

En dus herhaalde ik, maar nu in omgekeerde volgorde:
"Goedemorgen. Bonjour."

Fout!
Zijn ogen spuwden agressie. Onder de balie speelde hij waarschijnlijk met handboeien.

Weer een Belg die de pest aan Nederlanders heeft, ging door mijn hoofd.

Toen:
'Oe bedoel U.'

Ik haalde mijn schouders op.
"Ik begroet U vriendelijk."

De imposante verschijning stond op, boog voorover en zei tergend langzaam:
'U bent in Brussel. Ik ben een Vlaming en spreek dus geen Frans!'
Er zat spuug op zijn onderlip.

Manlief duwde me weg en knikte vriendelijk naar de douaneambtenaar.

Ik liet me onder protest - "U bent toch een Belg?" - wegduwen.
*****

Geen opmerkingen: