De nieuwe dag begon brak, na een nacht vol onderbrekingen.
Mijn vijand migraine stond voor de deur. Hij was ingehuurd door een Chileense Merlot.
Als ontbijt koos ik voor havermout.
De zon trok me naar buiten. 18 graden is een perfecte temperatuur om in te wandelen, dus de klim -en daalschoenen gingen weer aan.
De Peugeot heeft al twee volle dagen rust. Wij pakken, dankzij de ideale locatie, iedere dag de benenwagen.
Om 10 uur liepen we naar Lake Windermere.
Wederom een mooie wandeling die nu grotendeels door bossen voerde, dus was het wel uitkijken geblazen voor teken.
Een steile wandeling waar ik eigenlijk mijn Nordic stok voor mee had moeten nemen.
Gelukkig vond ik onderweg iets dat er in de verste verte niet op leek, maar voilà.
Halverwege werden we ingehaald door een kwebbelende Annie (ruitjesbroek), die ons "geschiedenis ratelend" naar het meer vergezelde.
Ik raadde goed dat ze onderwijzeres was.
Hier is vrij wild kamperen toegestaan.
Terwijl manlief beneden bleef en van zijn National Trust koffie genoot, liep ik naar deze ruïne van waaruit je een pracht uitzicht hebt over het meer.
Volgens (gids) Annie konden de Victorianen het wijdse uitzicht niet aan.
Too much.
Ze zagen het liever door venster, als een soort kijkdoos.
Aangezien er regen in de lucht hing en wij geen plu mee hadden genomen werd het tijd huiswaarts te keren.
Wederom een duidelijk aangegeven route.
Daar is dit land goed in.
Om 12.30 uur waren we terug bij onze inn.
De brakheid had ik eruit gelopen, maar het klamme zweet moest er wel afgedoucht worden.
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten