Tutti is bij ons.
Zijn ouders moeten nog even alle zeilen bijzetten op hun werk en de kinderopvang is een no go area.
Het wordt, in het kleine flatje met maar één slaapkamer, wel steeds moeilijker.
Tutti maakt dat niets uit. Hij vermaakt zich opperbest omdat hij weet dat het bij oma en opa anders toegaat dan thuis.
Ik herken dat zó goed uit mijn eigen jeugd. Daarom begrijp ik mijn ouders en grootouders nu ook beter.
De vrolijkheid spat er vanaf, vooral als ik hem op mijn laptop naar Ome Willem laat kijken.
Hij is in de poep -en pies fase beland. Het gaat dus uitstekend met de ontwikkeling van onze kleinzoon.
Hij ligt op koers, zal ik maar zeggen.
Wanneer hij op tijd aangeeft dat hij naar de wc moet, wordt dat beloond met stickers.
Maar aan fysieke inspanning heeft hij een broertje dood.
"Nee ik ga niet lopen. Nee, ik ga niet steppen. Nee, ik ga niet mee Jacky uitlaten."
De keuken is zijn favoriete domein. Ik zet een trapje bij het aanrecht en laat hem basilicum plukken voor de pastasaus.
"We zijn lekker aan de slag, hè oma?!"
Ik mag niet in de lach schieten.
Zijn kwek staat geen moment stil.
99 van de 100 zinnen zijn in de vragende vorm en beginnen met Wat, Wie,Waarom?
Ik doe wat water bij de tomatenpuree.
"Wat doe je, oma?"
"Nou, zo maakt ik het blikje schoon, want er zit nog in."
"O............Ik hou van waterpuree."
Door het geklets vergeet ik de knoflook.
"O jee, oma."
Samen lossen we het op.
De post valt op de mat. Er zitten veel kerstkaarten bij.
Opa leest ze voor.
"Dat zijn wij," roept het mannetje enthousiast.
"Ja, die is van jullie," zegt P.
Wederom weet ik het te presteren om zijn luier verkeerd om aan te doen, met gevolg dat zijn pyjama en ondergoed nat zijn.
Ik mompel dat ik dom ben.
Hij kijkt me onderzoekend aan.
Als hij ziet dat ik echt baal troost hij me.
"Je bent lief hoor, oma."
Dat indringend aankijken levert een aantal keren een "sorry oma - dikke knuffel op."
Want Tutti test mij regelmatig uit.
Zo ook met het avondeten, dat bestaat uit een klein schepje pasta.
Na twee happen met plastic vork -en mes, wat niet lukt, kapt hij ermee.
Ik zeg dat hij in de pasta kan prikken en het mes niet nodig heeft, maar hij draait zijn hoofd weg en weigert verder te eten.
Oma is moe en heeft geen zin in getreiter, dus op strenge toon zegt ze dat er dan ook toetje is en dat de tv uit blijft.
Ik pak het bord en zet het in de keuken.
Dan negeer ik hem en praat met opa, die luid geniet van zijn pasta.
De ogen van Tutti onderzoeken mij: meent ze het??
Het duurt twee minuten, dan hoor ik: "Ik wil wel eten, oma." Hij legt zijn hand op mijn arm.
"Sorry, oma. Knuffel."
Hij is verrukt wanneer ik hem vertel dat we naar de caravan gaan, waar hij het zo vaak over heeft.
"Kom, we gaan opa."
"Nee, joh - eerst even de spullen inpakken, want je gaat daarna naar huis."
Even betrekt zijn gezicht.
"O."
"Moet je een muts op," vraagt opa.
"Nee, gekkie - ik hoef geen muts op. Oma, neem je jozijntjes mee in de auto?"
"Ja, schat."
"Nou kom - dan gaan we."
***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten