Het weer bleef exceptioneel slecht. Normaliter zouden we naar huis gaan en wachten op betere tijden, maar we kunnen niet naar huis. De caravan is ons huis.
We hielden het er niet langer uit. Het water stond ons (bijna letterlijk) aan de lippen.
Alles in -en buiten de caravan voelde vochtig aan. Ik bleef
dingen verplaatsen en arme Jacky wist ook niet meer waar ze het moest zoeken.
Onder de luifel sopte het als een doordrenkte spons.
Vrijdag stormde het. Onze aardige overbuurman was er niet.
Hij woont gelukkig in Dirksland, dus niet te ver weg. Met andere buurtgenoten
hebben we zijn voortent gered. Die vloog regelrecht de lucht in.
Omdat het seizoenhouders zijn stond de voortent vol
huisraad. Toen ze arriveerden (ze waren natuurlijk opgebeld) schrokken ze wel.
Met zes man hingen we aan de tent terwijl vier anderen binnen de tent
probeerden te redden.
Saignant detail: ze hadden deze caravan net ingeruild voor
een nieuwe – dus schadevrij inleveren zou wel zo fijn zijn.
Met alle man -en vrouwkracht hebben we geholpen met het leeghalen en afbreken van de tent.
’s Nachts om drie uur ben ik achter dit machientje gekropen en
wist godzijdank een hotelkamer te boeken.
Zondag hebben we de caravan verlaten. We gaan er ook niet
meer kamperen, er kleeft tegenspoed aan.
We waren nog niet op Schouwen, of Jacky begon opgewonden te piepen. Ze was zo blij om op bekend terrein te zijn.
In Renesse komen we bij. De batterijen moeten hier opgeladen worden.
Er wachtte ons hier warmte en
comfort.
Vrijdag halen we de caravan op en gaan we naar Kijkduin. Dan
zitten we niet te ver van onze kinderen en kunnen we Tutti laten genieten van
het buitenleven.
Dit hotel is fantastisch ingesteld op de pandemie. We
bestellen eten en halen dat op het gewenste tijdstip op.
De locatie is beter dan goed – direct achter de duinen bij
de strandopgang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten