22 juli, 2021

Campingfiguren


Ik bemerk kleine irritaties bij de eigenaars.
Floran is bekaf. Heeft een kind van een jaar dat hem 's nachts geen nachtrust gunt.
Hij doet al het technische werk zelf. Met een volle camping lopen de klussen op.

Zijn zus pakt het sanitair en het groenwerk aan. Zij heeft "grote" kinderen.
Of ze het altijd met elkaar eens zijn weet ik niet.

Nu blijken ↓residents gebruik te maken van de nieuwe douches, waar er maar vijf van zijn.
Ze hebben zelf een douche in hun stacaravan, of maken gebruik van het oude gebouw.


Nu het hoogseizoen is begonnen komt er van alles binnen. Zonder reservering staan ze 's morgens al voor de hefboom.

Wij vanmorgen om 9.45 uur ook, maar dan richting uitgang - op weg naar het strand.
En zwarte Seat stopte voor ons. Een ongewassen jongeman stapte uit en liep naar een, tegenover de receptie, geparkeerde BMW.

"Ach wat netjes. Die wilde gisteravond niet met de auto de camping op," zei manlief.

"Nou - ik denk aan iets heel anders," zei ik.

Het bleef vijf kilometer stil naast me.

Toen: "Denk je dat echt???" 


↕Monument bij het strand (Omaha Beach) van St.-Laurent-sur-Mer waar wij lopen en ik zwem.


↑Waterslang.
↓Op de terugweg kwamen we door dit fleurige buurtschap. Het deed me erg aan Cornwall denken.


↑Hij is verantwoordelijk voor al dat moois.
"Ik leef voor de natuur," zei de ietwat verwilderde man toen ik hem complimenteerde.


Er komen steeds meer Nederlanders binnen: "Ja, we zijn snel gekomen - nu het nog kan."
Het zijn domme, ongevaccineerde aso's die geen woord Frans spreken noch verstaan.

Het aardige, jonge, tikkeltje naïeve stel uit Sneek, Sneekweek, vragen mij veel.

"Ik heb mij nooit gerealiseerd dat Frankrijk zo groot is," zegt zij terwijl we afwassen.

Op mijn advies zijn ze niet gaan kamperen bij Mont St. Michel.
Iedereen wil naar Mont St. Michel - een zeer toeristische bezienswaardigheid.

"Ga er een dag naartoe, maar ga er niet kamperen," is mijn advies altijd. "Het achterland is niet mooi en de campings zijn vies en overvol."

Dat hebben ze gedaan.

"Waar kunnen we goed eten?" 
We zagen ze later op het, door mij aangeprezen, terras zitten.
Hij at mosselen, zij fruits de mer. Ze bloosde.
"Ik weet niet wat ik waarvoor moet gebruiken."
Ik legde het uit.

Vandaag vroeg ik of het lekker was geweest.
"Ze wilde het persé proberen," zei hij. "Maar we hebben toch wat frites bijbesteld."

Sneekweek vertrekt morgen naar de Ardèche. Een forse rit.
Ze hebben nog twee weken.
Op de valreep vragen ze wat we nog meer aanraden in Normandië.

"Heb je even?" Manlief glimlacht.

"Wij zijn altijd gecharmeerd van de Pays d'Auge. Honfleur bijvoorbeeld."

"O, nou - misschien doen we dat op de terugweg," zegt Sneekweek enthousiast.

Kijk, daarom heb ik nog ouderwetse routekaarten in de auto.
****

Geen opmerkingen: