Wij vreesden al het ergste, en inderdaad........op de gang bleven kinderen rennen en schreeuwen. Boven ons hoorden we iedere voetstap. We lagen onder “Noordpool dekbedden.”
Omdat we op de begane grond sliepen durfden we geen raam open te zetten. Normaal vraag ik om de bovenste verdieping, maar hier was geen lift. Aangezien de achterbank vol bagage stond die wij niet zichtbaar in de auto wilden laten, moesten we wel akkoord gaan met een kamer beneden.
Maar wat een aso-publiek! Een vriend van ons die in de UK
woont zei al eens dat ordinair in Gr-Br. een tandje erger is dan in Nederland.
Omdat we zo slecht geslapen hadden en er om 6 uur alweer
herrie in de gang klonk, stonden we vroeg op. Ik was een van de eersten bij het
ontbijtbuffet.
Daar meldde zich ook een vrouw in badjas met vijf kinderen in
pyjama en op blote voeten. Mijn mond viel open van verbazing. Godzijdank werden
ze weggestuurd. Woedend renden ze terug naar hun kamer, o.a. langs onze kamer.
Ik vulde een blad en at mijn waardeloze ontbijt (oude broodjes) op in de
kamer. Manlief volgde mijn voorbeeld.
Toen we met de bagagekar naar de uitgang liepen zagen we een andere "party" in satijnen pyjama's en met krulspelden in de lounge zitten.
En dus zaten we ver voor achten in de auto, op weg naar Clent Hills – waar de caravan op ons wachtte. Maar eerst moest ik een jasje voor mijn kleinzoon ophalen in Stratford. Ik zag mijn kans schoon om meteen wat ontbijtwaren te kopen.
Op weg naar de auto struikelde ik en ging ik plat op mijn
bek. De tas met boodschappen heeft erger voorkomen, maar het was behoorlijk
heftig. Onmiddellijk schoten zes mensen mij te hulp en werd ik overeind geholpen. Ik zag yoghurt en kapotte eieren voor me liggen.
In de verte stond onze rode auto. Jas en broek zaten onder
yoghurt en ei. Door mijn broek heen zag ik een bloedvlek steeds groter worden.
Ook mijn elleboog (gelukkig had ik een lange broek en een jas aan) voelde nat.
Ik liep naar de auto en daarna naar het Mercure hotel (in
een soort van trance), waar we een maand eerder hadden gelogeerd. Gelukkig was
er niemand in de wc-ruimte.
De linker elleboog zag er slecht uit. In de spiegel zag ik
een gemene schaafwond en een snel opkomende zwelling. Er viel bloed op de grond
waar ik me nota bene druk om maakte en
schoon ging maken.
Het koude water voelde goed, maar ik moest verder. Bij de
receptie vroeg ik om een ice-pack. Wat ben ik geweldig geholpen.
De man kwam met een theedoek vol ijs aanzetten en zo ben ik in
de auto gaan zitten naast een zich dood geschrokken man, wiens verjaardag het
ook nog eens was.
Met ijs op de elleboog en de knie reden we naar een rustige plek buiten de stad. Daar maakte manlief de wonden schoon en verbond ze provisorisch.
Ik schrok vooral van de uitstulpingen in mijn elleboog.
Moest ik naar het ziekenhuis? Maar manlief stelde me gerust met ongeruste ogen.
Huilen – ik wilde zo graag huilen, maar het lukte niet. Ik
trilde en was misselijk.
Zo reden we in de stromende regen naar Clent Hills waar onze Fendt inderdaad op haar plek stond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten