In het kader van het bevolkingsonderzoek moet ik een mammogram laten maken.
Bij het aanmelden gaat het, evenals twee jaar geleden, fout.
"Is uw huisarts nog steeds XXY?"
'Nee, mevrouw. Die is twee jaar geleden gestorven en dat heb ik toentertijd, bij de vorige oproep, kenbaar gemaakt.'
"Wie is uw huisarts nu?"
'Dokter AAB.'
"Het adres?"
Ik geef het adres - maar weet het huisnummer niet.
Ze kan het niet vinden.
Dus noem ik wat namen van andere artsen die hun praktijk op dezelfde locatie hebben.
Ze kan het nog niet vinden.
Ik vraag me hardop af waarom dit nu moet, terwijl ik het twee jaar geleden al had aangegeven.
Na tien minuten mag ik eindelijk naar het uitkleedhokje.
Ik zie er altijd tegenop. Dit is voor mij een pijnlijk onderzoek. Heel pijnlijk.
Mastopathie is geen sinecure. Om mijn pijnlijke borsten in die mangel te leggen is voor mij een hel.
Nu ben ik niet vies van zelfspot. Ik heb een flinke bos hout voor de deur.
Maar sinds ik in mijn omgeving (vriendenkring) steeds vaker word geconfronteerd met kanker heb ik aanzienlijk meer moeite met grappen over andervrouws borsten.
Dat heeft ongetwijfeld met mijn eigen angst te maken. Angst voor de misvorming.
Mijn borsten worden door een röntgen laborant eerst onderzocht. Haar collega is in de leer en staat erbij te kijken.
"Komt er borstkanker voor in de familie?"
'Nee.'
"Wilt u even naar voren buigen?"
Ik doe wat gevraagd wordt en zie mijn boops bengelen.
"Weet u dat uw linkerborst groter is dan de rechter?"
'Nee, geen idee. Ik vind ze beide groot genoeg.' Ik lach schaamtevol.
Dit vind ik niet prettig.
We lopen naar het martelwerktuig.
"Komt er borstkanker voor in de familie?"
Nogmaals: 'Nee.'
Dan begint het gesjor aan mijn borsten. Het duurt tergend lang omdat alles moet worden uitgelegd aan de kandidaat-laborante.
"Zie je - je moet ze goed strak trekken."
Ze voegt de daad bij het woord. Ik ben allesbehalve kleinzielig, maar als de borsten tussen de platen tot pannenkoeken worden geplet biggelen de tranen over mijn wangen. De pijn straalt uit naar mijn handen en voeten.
De foto's worden bekeken. Ze zijn niet bewogen en mooi scherp - dus ik mag me gaan aankleden.
Zodra de deur van het aankleedhokje achter mij dichtvalt hoor ik laboranten praten.
Over mij......en mijn forse "uitbouw."
"Nou nou - dat was zwaar. Dat had jij nooit aangekund."
Ze lachen.
Dit is pijnlijk. Gênant.
Ik sta stokstijf stil. Mijn handen troosten mijn gemartelde boezem.
Dit is onfatsoenlijk. En stom.
Ze moeten toch weten dat ik alles kan horen. Kan de evaluatie niet wachten tot vijf uur?
"Tja, wat een dag," zegt de kandidaat. "Eerst die mevrouw in de rolstoel en nu DIT."
DIT. Dat ben ik.
*****
3 opmerkingen:
Hallo Ellen, ik wilde weer terugkeren als radiologisch laborante, maar dan op een Mammografiebus, omdat ik dan geen nachtdiensten zou hoeven te draaien. Nadat ik onlangs zelf weer eens dezelfde martelgang ondergaan had, ben ik op mijn voornemen teruggekomen. Wat moet je toch een sadistische trekken hebben om bij de opnames van mamma's goede beelden te kunnen maken. Nee, daar wil ik niet bij horen. En nu ik jouw verhaal weer lees, word ik versterkt in mijn juiste beslissing. BRT. Hetty
Vreselijk om mee te maken.
Ik heb er nooit aan meegedaan en geluk gehad, tot nu toe.
Grs. Jacqueline.
Ook ik zie er iedere keer ontzettend tegenop. Het is inderdaad een verschrikkelijk pijnlijke martelgang als je borsten geplet worden. Wat het voor jou des te pijnlijker maakte is dat deze dames kennelijk niet het fatsoen konden opbrengen te wachten met hun commentaar totdat je weer weg was. Klachtwaardig, lijkt me.
vriendelijke groet,
Angelien
Een reactie posten