21 mei, 2011

Wachtkamer

********************************
Het is even na vijven – spitsuur. Ook in het ziekenhuis.
We zijn niet de enigen. Wel de eersten.

Er is een ernstig ongeluk gebeurd op de snelweg – ergens bij Ridderkerk. De traumaheli heeft de zwaargewonden opgehaald.
Wij zien artsen en verpleegkundigen heen en weer lopen. Georganiseerd, geprogrammeerd.

Vanachter glas is goed te zien wat er zich op de gang van de Spoedafdeling afspeelt. Zo staan er drie agenten bij een kamer te posten. Ze drinken koffie.

“Oei – dan is er ook een misdrijf gepleegd,” fluister ik tegen P. en schrijf dat meteen in mijn boekje op.

Er komen drie Marokkaanse jongens binnen. Ze meldden zich bij de inschrijfbalie.
De assistente vraagt naar hun identiteitsbewijs en verzekeringspasje.
Dat laatste hebben ze niet bij zich.
Ze blijken ook niet bij elkaar te horen. Maar het zijn landgenoten en het voelt veiliger om je dan samen aan te melden.

Ze zitten wat zenuwachtig te lachen. Het zijn stoere jongens in jassen met bontkragen (het is mei en de mussen vallen nog net niet van het dak) die in de wachtkamer ineens heel klein worden.

Ik durf te vragen wat er aan de hand is.

“Hij is van zijn scooter gevallen,” zegt Mohammed 1 – wijzend naar Mo 2.
Mo 2 knikt bevestigd, maar heeft blijkbaar bij de val zijn tong verloren. Of is hij zenuwachtig. Bang voor nog meer pijn.

“En ik heb dit.” Mo 1 steekt zijn rechterhand vooruit. Ik zie drie blauwe eieren op zijn knokkels.
"Gevochten," vraag ik. Het klinkt bevooroordeeld - en dat is het ook.

Mo 1 schudt nee. “Ik pijn in mijn mond en naar dokter. Maar dokter wil mij niet helpen. Toen ik zeer zeer boos en tegen muur gestompt.” Hij wijst naar de pijnlijke hand.

“Dus je hebt de dokter niet in elkaar geslagen?” Nee hoor, ik ben helemaal niet nieuwsgierig - alleen maar geïnteresseerd.
Mo 1 lacht: “Nee, nee – maar hij mij toen wel geholpen.”

Er meldt zich een Indische mijnheer bij de balie. Hij kan zich legitimeren en heeft ook zijn verzekeringspasje bij zich. Maar hij heeft geen huisarts.
Hij zegt dat hij dikke benen heeft en duizelig is. De man ziet geel, maar ik geloof niet dat hij dat zelf weet. Ik geef hem geen voor –maar wel een achternaam: Eenzaamheid.

Een Surinamer vraagt aan de assistente of hij zijn zoon, die met steekwonden is binnengebracht, mag zien. De man neemt plaats in de wachtkamer en gaat bellen.

“Ah, vandaar de politie,” fluister ik weer.

Er komen drie jongens binnen. Ook met bontkragen en achterstevoren opgezette Louis Vuitton petjes.
Die nemen ze af voor de man. Ze schudden handen en gaan bij hem zitten. De stoerheid hebben ze op de plek van het misdrijf achtergelaten.

Dan komen de drie agenten de wachtkamer binnen. Waar wij bij zitten worden de jongens kort ondervraagd. Ze moeten hun naam zeggen.

Ik draai me van hen af. Gelukkig overwint het fatsoen. Ik vind dit hoogst gênant.

De vader en de jongens mogen naar binnen. De politieagenten volgen op de voet.

Familieleden van de gewonde automobilisten druppelen binnen.

Ach, daar arriveert weer een Marokkaans driftkikkertje: met legitimatiebewijs, maar zonder verzekeringspasje.
Blijkbaar is hij vaste klant want de assistente leest zijn gegevens hardop voor. Ze vraagt of die nog kloppen.
Ze moet deze Mo, met een jaap in zijn wenkbrauw, op zijn woord geloven.
Mootje heeft een klap met een scherp voorwerp gehad en is daarna gevallen.
P. en ik kunnen ons lachen bijna niet inhouden. Dit manneke liegt dat hij barst.
Wat maakt het uit – hij wordt gewoon behandeld.

Iedereen wordt behandeld. Met of zonder papieren.

Een jonge vrouw verrekt van de kiespijn. Ze heeft een vriendin mee als steun, maar die kan ze volgens mij missen als ………
De vrouw trappelt van de pijn.

Er strompelen een paar valgevallen met kapotte knieën en dikke enkels naar binnen. Ze zijn meteen van de valplaats naar het ziekenhuis gekomen en hebben daarom geen verzekeringspasje bij zich.

Een Antilliaanse heeft vier vriendinnen meegenomen om haar bij te staan. Ze ziet dubbel en heeft stekende hoofdpijn. Al drie maanden, maar de huisarts zegt dan ’t niets is.
De assistente waarschuwt dat niet alle vriendinnen mee naar binnen mogen. Dan ontstaat er een woordenwisseling tussen de dames waar ik de afloop niet van weet.

Wij worden naar binnen geroepen.
********************************************

Geen opmerkingen: