07 april, 2021

Over ridiculiseren en paranoia


Terwijl ik naar de verkiezingen van de nieuwe Kamervoorzitter kijk wil ik nog even reflecteren (een Kameruitdrukking) op het "informateur debat" van gisteren.

Er was in het paasweekend volgens bijna alle Kamerleden veel gereflecteerd. 
Ik kon er weinig van terugzien. Alle felle, achterdochtige ogen waren gericht op Rutte............en Kaag. 
Iedereen probeerde een vervolg in te zetten op het debat van donderdag. Arib had moeite dat te doorbreken.

Er hing een lucht van paranoia in de Kamer.
 "Met wie heeft u gesproken? Over wat? Wanneer? Waar?"

Van enig vertrouwen was niets meer te bespeuren.


De aanval van Wilders op Kaag was daar een mooi voorbeeld van.

Een goede werkkring valt of staat bij een prettige onderlinge verstandhouding. Daar horen ook gesprekken bij die binnenskamers gehouden worden en daar behoren te blijven.
Vertrouwelijke gesprekken.

Maar blijkbaar kan daar in het parlement geen sprake (meer) van zijn.
Alles moet transparant zijn (nog zo'n Kameruitdrukking) en dat wekt dus wantrouwen op.

Het Ploumen-vlaaitje gooide nog wat olie op het vuur. Rutte probeerde het te doven, maar maakte het eigenlijk alleen maar erger - want iedereen walgt van hem.

Dat is nog zoiets: ik krijg sterk de indruk dat vele collega's inmiddels een persoonlijke afkeer hebben tegen Mark Rutte.
Ik zie het aan de lichaamstaal, aan de zwarte ogen, aan de verbeten blikken. Er worden giftige pijlen op de fractievoorzitter van de VVD afgevuurd.

Kortom, van rust was geen sprake. Het was in feite een idiote vertoning.

Hoe gaat het in de toekomst als dit zo doorgaat?

Wilders tegen Klaver: "Mevrouw de voorzitter ik wil graag aan de heer Klaver vragen of hij contact heeft gehad met mevrouw Ouwehand."

Klaver: "Uh, voorzitter ja - vanmorgen heb ik inderdaad met mevrouw Ouwehand gesproken."

Wilders: "Ja, mevrouw de voorzitter - maar waar en wanneer heeft de heer Klaver dan contact gehad met mevrouw Ouwehand?"

Klaver kijkt op zijn aantekeningen en laat blijken geen antwoord te willen geven.

"Voorzitter, wij hebben samen ontbeten. Een werkontbijt welteverstaan. in mijn kamer."

Wilders: "Tja, voorzitter - deze vraag is echt essentieel en daarom stel ik hem. Wat hebben de heer Klaver en mevrouw Ouwehand gegeten. En denk erom, dit gaat om het vertrouwen van de Kamer in de heer Klaver."

Klaver heeft een denkmoment.

"Dat herinner ik mij eigenlijk niet zo goed meer voorzitter. Ik heb een omelet gegeten en een krentenbol, dat weet ik nog wel.
We dronken beiden thee. Ik zwarte en mevrouw Ouwehand dronk groene thee.
Maar wat zij heeft gegeten? Echt ik weet het niet precies."

Felle Wilders: "Kijk voorzitter - ook de heer Klaver lijdt aan de Rutte-amnesie. Het is besmettelijk. Ik neem hier geen genoegen mee. Ik wil schorsing van de vergadering zodat we getuigen kunnen oproepen."

De voorzitter kijkt smekend naar Klaver: geef alsjeblieft antwoord.

Hulpeloze Klaver: "Pindakaas en jam. Mevrouw Ouwehand at volgens mij een boterham met pindakaas en een cracker met jam, voorzitter."

Wilders staat nog steeds bij de interruptiemicrofoon:
"Schande, voorzitter. Hij liegt. Hij liegt dat ie barst. Dit is onacceptabel. Mevrouw Ouwehand van de PvdD heeft geen jam noch pindakaas gegeten."

De camera zoekt het bankje van Esther Ouwehand die stiekem probeert haar vest schoon te kloppen.
Maar juist dat grijpt de lens.
En dus snelt Ouwehand naar de microfoon. 
Met haar kreunstem probeert ze te redden wat niet te redden valt: 
"Mevrouw de voorzitter - uh neen. Ik heb geen jam gegeten. Maar wel pindakaas. Dat had de heer Klaver wel goed."

Uitzinnige Wilders: "Daar neem ik geen genoegen mee voorzitter. Het is voor heel Nederland duidelijk wat mevrouw Ouwehand heeft gegeten. Ze hebben haar zojuist betrapt. Het zou haar sieren als ze daar eerlijk over zou zijn."

Ouwehand zwijgt en kijkt angstig naar de grond.

Wilders voltooit de terechtstelling:
"Gestampte muisjes, mevrouw de voorzitter. De fractievoorzitter van de PvdD at gestampte muisjes."

De Kamer houdt haar adem in.
****

Geen opmerkingen: