Over een paar weken is het twintig jaar geleden dat mijn moeder vrij onverwacht, na een kort ziekbed, overleed.
In het ziekenhuis, waar zij niet wilde sterven.
Bij de verdeling van haar juwelen, een passage in mijn boek, bleef deze ring over.
Ze droeg hem altijd.
Ik vond hem niet mooi vanwege de steen.
Mijn oudste zus zei, toen ze mijn aarzeling zag: "Oma heeft de verlovingsring van Jan, na de oorlog, voor mama laten veranderen. Dit is het resultaat."
Dat was gedeeltelijk waar. Er zat oorspronkelijk iets kleurloos in. Mijn moeder was dol op robijnen en heeft die er later in laten zetten.
Maar zoals het bij de verdeling van de inboedel in 2002 ging - ik liet mij door de geschiedenis leiden. Het ging mij puur en alleen om de emotionele waarde.
De ring verdween in de bijouteriedoos.
Ik houd niet van robijnen.
En nu heb ik hem 80 jaar na dato, met het doel dat ik hem ook dagelijks zal dragen, laten vermaken bij Brunott - een vertrouwd adres op de Karel Doormanstraat.
Vorige week, de lockdown was net ingegaan, kon ik de ring met saffier ophalen.
Het was een spannend moment.
Ik liep door een uitgestorven centrum. Normaliter kun je in deze kersttijd over de mensen lopen.
Hoe zag de stad er in 1941 uit, het jaar dat mijn moeder en Jan zich verloofden?
Het centrum was weg. Een spookbeeld.
Het bombardement luidde het begin in van een vijfjarige lockdown.
Mijn moeder en Jan vochten tegen de bezetter en sloten zich aan bij Vrij Nederland en Trouw.
Jan Penning werd in 1944 opgepakt en in Kamp Vught gefusilleerd.
Ik kan mij geen voorstelling maken bij het verscheurend verdriet dat mijn moeder heeft moeten doorstaan, maar ze vocht door en mede door haar zwichtte Trouw niet.
Als ik beelden probeer op te roepen raak ik in paniek en duw ik ze weg.
Rotterdam is altijd de stad van mijn moeder gebleven.
Ze keerde er in 1954 met mijn vader naar terug.
↓En dit is de ring anno 2021.
Zie die gerimpelde, oude hand.
Het doet mij denken aan de hand van mijn moeder........en aan vergankelijkheid
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten