21 augustus, 2020

Langzaamaan hervinden wij ons


Het grote afkoeltijdperk kan beginnen en wel vandaag.

Maar eerst moesten wij nog de broeierigste nacht van het jaar doorstaan. Dat werd een ware kwelling met een ongrijpbare mug die het op mijn zweterige huid en zoete bloed had voorzien. 

De bliksem was zo heftig dat we de schotel in moesten klappen.

Het bleef maar lichten. “Is het geen vuurwerk,” vroeg manlief - die er wakker van was geworden. 

Geen gedonder, alleen maar lichten. Maar daarom moesten de dakluiken wel dicht.

P. leed aan lekkage-angsten. Neen, niet bij zichzelf. De voorraad water slonk terwijl wij niet aftapten.

Wat was er aan de hand? Moesten we terug naar Emmen of was het iets simpels?

Met grote tegenzin (Cor Olie trauma) belde hij de caravandealer in Emmen. Hij werd heel vriendelijk te woord gestaan en het probleem werd razendsnel opgelost. Een van de vijf aftapkraantjes stond open en dan loopt er water weg.

Na een goed ontbijt binnen, vanwege de wespen, volgde het huishouden.
P. aan de afwas. Ik de rest.↕


Ze hebben een speciale hondenstrook voor honden op de bruggetjes en Jacky weet dat ze daar moet lopen.↓


↑We wandelden naar Sloten (tien minuten) voor een paar boodschappen. Het kopje koffie op een terras lieten we schieten. Te druk. ↓


Het mondkapje had ik in de buurtwinkel zeker nodig.

 Een mooie blik op onze camping, links.

Er is niet tegenaan te sproeien.↑


Even wat foto's van de receptie en bistro. 
Iedere ochtend haalt P. hier heerlijke verse broodjes die we een dag eerder besteld hebben.


De middag brachten we door aan de waterkant, op het grasveld voor de woonschuit van….↓


Toen manlief twee stoelen onder een boom zette kwam ze met een gezicht op onweer naar buiten en zette ook snel een stoel neer.

Wij hadden in Zierikzee ooit een buurvrouw die bij iedereen bekend stond als Suze Gombal. Een vrouw die alles wist van iedereen en over alles. Nou deze mevrouw leek ons de Suze Gombal van Sloten.

Mijn hemel: wat een roddelpraat. En wat een anti-Hollandse attitude. Maar iedereen kent haar blijkbaar. Auto's toeteren, fietsers bellen en de een na de ander komt een praatje maken.

Ik zat met mijn rug naar haar toe maar alle gesprekken over medische problemen, de camping, de gasten, het onderhoud, de middenstand, de Hollandse toeristen, de zuiderlingen (ik denk dat ze Brabo’s en Limbo’s bedoelde) kwamen stereo binnen.


De foto van de libelle heb ik met de telelens gemaakt. Ze zaten op een stoel voor de woonboot van S.G.

Inmiddels waait de wind uit een andere hoek en komen wij een beetje op adem. 

Geen opmerkingen: