Maar vanmorgen was hij niet meer koud. Het lampje brandde
nog wel.
Paniek! Gevloek en getier. Nee, niet nog een keer.
Was de stroom vannacht uitgevallen? Neen.
Wat kon het zijn?
Toen zag ik ineens het waterpasje. Dat was ons nog niet eerder opgevallen. Wij hadden hem met onze eigen waterpas recht gezet. Maar naar het verzetten was hij blijkbaar uit het lood geraakt. Niet op gelet.
Fridge must be level staat er ook duidelijk op.
Godzijdank deed hij het weer na wat spielerei met houtjes en
kartonnetjes.
Het was niet heel erg druk, maar de meeste tegenliggers weigerden een
stap opzij te doen. We werden razend.
Abstand bitte!!! Hallo, hallo – Corona!! Wij gingen aan de
kant staan en draaiden ons een kwartslag om.
Toen kwamen er twee oudere mannen. Ze liepen midden op het pad.
Zelfs als ik aan de kant was gegaan, dan nog had ik hun adem kunnen ruiken.
Dus weer vroeg ik of zij afstand wilde houden vanwege
Corona.
“Maar wij zijn broers,” zei de sufferd. “Maar ik ben niet uw
zuster,” zei ik.
Ze mompelden nog wat onaardigs in het Zwitsers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten