01 oktober, 2021

Oosterburen


Achter ons stond twee dagen een wel heel oude caravan. De mensen kwamen uit Dresden.
Gek, maar je ziet het aan alles. Zij liep in een badjas, die mijn moeder in de jaren zestig had, over de camping. Hij reed weliswaar in een Jeep, maar er straalde toch iets armoedigs vanaf.

Hij vertelde, bij vertrek, dat ze via binnenwegen door Zwitserland terug zouden rijden. Op de heenweg waren ze namelijk aangehouden op de snelweg.

De remkabel van de caravan was onjuist aan de auto bevestigd. Hij had hem om de trekhaak gebonden en dat is ongeoorloofd.

De boete was niet mals: SFR 480,- Onbegrijpelijk dat je zo op reis gaat.

*****

Oosterburen.

We hebben ze wel heel dichtbij gehad (daarom wil ik niet terugkomen op deze camping), met wisselend genoegen. Zo nu en dan lag het m-woord voorop mijn tong.

Zo kregen we mensen naast ons die wel heel vroeg op de dag de flessen ontkurken. Vooral zij werd luidruchtig en sloeg wartaal uit. 

Ze hadden een bordercollie. Een jonge hond. Net als Jacky een teefje.

Op de eerste dag was er niets aan de hand. Alleen begon zij, eerst tegen manlief en later tegen mij, over een kennismaking tussen beide honden. Ze moesten vriendjes worden.

Manlief maakte duidelijk dat Jacky het liefst haar eigen weg gaat en contact met andere honden vermijdt. Ze negeert ze het liefst.

Ook ik benadrukte dat een geforceerde kennismaking geen goed idee was. De honden moeten hier aan de lijn, dus laat ze gewoon bij eigen camper/caravan/tent blijven. Zo gaat dat doorgaans ook.

Je kunt mensen niet dwingen elkaar aardig te vinden, laat staan honden.

Ze bleef aandringen en in een ondoordacht moment ging manlief toch door de knieën. 

In de verte (ik was afval aan het wegbrengen) hoorde ik boosaardig geblaf.  

Toen ik tussen de twee voertuigen liep zag ik twee aangelijnde woedende honden tegenover elkaar staan. Ze konden elkaars bloed wel drinken. Geen prettig gezicht. De ontblote gebitten zagen er moorddadig uit.

Ik ben er meteen tussen gesprongen en heb duidelijk gemaakt dat dit geen zin had.

“Uw hond bij u en onze hond bij ons en geen contact tussen beide dieren.” 

Sindsdien was het mis. Niet alleen tussen de honden, die elkaar zelfs op afstand niet meer konden luchten, maar ook tussen de baasjes.

Wij bleven beleefd Gutentag zeggen. Hij reageerde wel.

Zij loerde continu onze kant op en praatte extra hard zodat wij alles konden horen. Ze hoopte op een reactie, die niet kwam. 

Ik lag donderdag naar Jinek te kijken, maar viel halverwege in slaap. Harde stemmen next door maakten me wakker.

Ze hadden ruzie. Over ons.

De sufferds hadden de ramen wagenwijd openstaan -en blijkbaar niet door dat ik in de badkamer, waar het raam altijd openstaat, ieder woord kon verstaan.

Er was duidelijk drank in het spel. Hij had het over “Drei Flasschen und Schnapps.” Zij was razend omdat hij ons gedag had gezegd.

“Maar jij dramde door dat die honden met elkaar kennis moesten maken.”

Er werd geschreeuwd en gescholden. Het ging over een voorval van twee dagen eerder.

The day after the fight before was het weer pais en vree tussen die twee. Hij liet zich de stroop gewillig om zijn mond laat smeren.

Weer moesten wij ons naast de caravan, buiten hun gezichtsveld, privacy zoeken. Weer tartte haar stem mijn zenuwen en dreigde Jacky nerveus te gaan blaffen. Weer wilde ze dat we alles hoorden.

Maar na een dag vol provoceren kwam het dan toch tot een verbale clash.

Ze gingen achter onze caravan met een bal gooien. Hun hond was los. 

Aangelijnde Jacky zag dat en raakte door dolle. Manlief vroeg op afstand of dat nu echt moest.

De vrouw snauwde hem toe dat Jacky dat maar moest leren.

Ik stond in de deuropening te shaken van woede. Jacky was niet meer te kalmeren en dus nam manlief haar mee naar de andere kant van de camping.

Toen ik vuilnis ging wegbrengen waren ze nog steeds aan het spelen met de losse hond. Ik zei dat het verplicht was dat honden aan de lijn zaten. De man knikte en wilde de hond aanlijnen, maar zij bleef doorgaan en lachte mij in mijn gezicht uit.

Haar gezicht was knalrood.

Toen ik terugkwam schoot ze uit haar stoel en begon te tieren. Wij hadden een rot hond, een vals kreng dat haar in haar tenen had gebeten. We moesten haar beter opvoeden.

Toen ik haar zei dat zij had doorgedramd over een kennismaking tussen beide honden begon ze te schreeuwen: “Hau ab, hau ab.” (Rot op!)

De hele camping kon meegenieten. Zoiets onbeschofts heb ik echt nog nooit meegemaakt. Wat ik allemaal naar mij toe-gespuugd kreeg. Haar man keek met angst en beven naar zijn schreeuwende vrouw.

Ik kon het niet laten: “Hau ab, hau ab. Das habe ich heute Nacht auch gehört.”

Ze was even stil.

“Ich habe alles gehört. Alles.” 

Zonder haar reactie af te wachten liep ik door naar onze caravan. Heus, ik kookte maar wist me te beheersen.

Vanaf dat moment werd er gefluisterd.

 Onze Zwitserse buurvrouw had het allemaal gevolgd. Bij hen dronken we ‘s avonds een prosecco en spraken we over andere dingen. Dat bracht mij tot rust.

Jacky kroop vannacht nog angstig onder het dekbed van manlief. 

Ze zijn vanmorgen vertrokken (in plaats van zondag). Nadat ze waren vertrokken heb ik Jacky de lege plek laten besnuffelen. 

Ze keek me dankbaar aan. 

Godzijdank kunnen we nog een paar dagen ontspannen en in alle rust kamperen. Dit hoop ik nooit meer mee te maken.

Geen opmerkingen: