Het is fijn dat je twee ladingen in een draai kunt doen. Dan
is het eindeloos heen en weer lopen. Ik doe een handwasje die ik ook in de
machine kan laten spoelen en centrifugeren voor één muntje.
En dan met beleid de droger bedienen. Tijdens die twee uur
durende procedure komt er een mevrouw op mij af. Zij (Japanse) kampeert met
haar man (evenbeeld van Martin van Waardenberg) in een simpele tent. Ik zie
geen stoelen of tafel, noch kookgerei.
Hij is de hort op en zij doolt over de camping. “De
handdoeken drogen niet,” zegt ze in gebrekkig Engels. Ze loopt op en neer naar
de droogkamer. Er hangen nog meer kleren van andere “trekkers.”
Ik zie dat er geen ramen openstaan en denk dat er niet
genoeg ventilatie is. Ze ratelt aan een stuk door. Ik open een raampje voor
haar.
Gedurende de ochtend zie ik haar niet alleen met de
handdoeken, maar ook met haar ziel onder de arm lopen. Regelmatig gaat ze bij
de warden naar binnen.
Wanneer ik later die middag zelf iets in de droogkamer ga
ophangen staat ze daar met de warden. Die vraagt wie het raam heeft opengezet.
Ik beken schuld en vertel wat er ’s morgens is gebeurd. De vrouw en ik kijken
elkaar aan, maar ze lijkt mij helemaal niet te herkennen.
Er mogen blijkbaar geen ramen open omdat er warme buizen
lopen die een drogend effect behoren te hebben. Ik bied nogmaals mijn excuses
aan met de aanvulling dat ik de vrouw probeerde te helpen. Wanneer zij weg is
vertelt de warden mij dat de vrouw Alzheimer heeft. Het is heel lastig, want
de man gaat lekker wandelen en laat zijn vrouw aan haar lot over. Ze belast de
warden continu met bezoekjes.
Ik ben tamelijk ontzet: “wat als ze buiten de camping
gaat dwalen in dit onherbergzame gebied?” De warden haalt haar schouders
op.
Die avond eten wij in het lokale restaurant. En ja
hoor……………Van W. en vrouw komen er ook eten. Weer geen herkenning.
Wel maken wij nu van dichtbij mee hoe hij als echtgenoot met
zijn zieke vrouw omgaat. Hij is van top tot teen gestresst en ergert zich aan
haar gedrag. Blijkbaar is het personeel op de hoogte, want zij gaan goed met de
situatie om. Bij de bar bestellen ze hun drankje. Van W. grijpt meteen in
wanneer zij met haar handen aangeeft dat ze een grote Guiness wil. “Make
that half a pint,” zegt hij tegen de barkeeper.
Ze wil niet tegenover haar man zitten, maar naast hem –
precies zoals wij zitten. Echter, wij hebben een rechthoekige tafel en zij een
klein vierkantje. Hij zegt dat ze op haar plaats moet gaan zitten. Ze verzet
zich. Hij kijkt zenuwachtig om zich heen en duwt haar dan weg.
Het lukt haar op een gegeven moment toch om haar positie aan
tafel te veranderen. Ze kijkt ons nu aan en begint tegen te praten. Dat ze hier
veel komen, dat ze in Londen wonen, dat ze op de camping staan……..
Wij knikken alleen maar. Als ze hun eten krijgen moet hij
haar aansporen een hap te nemen. Ze treuzelt. Na een paar happen vraagt ze om
een container. Voordat iemand het doorheeft loopt ze de keuken in. Een
serveerster gaat haar achterna en weet haar terug aan tafel te krijgen. Ze
krijgt een plastic doosje met left overs.
Hij bestelt nog een toetje, maar vraagt niet om een tweede lepel.
En dus neemt zij hapjes met een overgebleven mes. En nog vraagt hij niet om een
lepeltje, terwijl zij wil delen – wat hier heel gebruikelijk is.
Ze roept, terwijl hij nog geniet van zijn sticky toffee
pudding, weer om een “container.” Maar de serveerster weigert dit keer en haar
man reageert geërgerd dat hij het opeet.
Verder wordt er niet gecommuniceerd of het is heel kortaf.
Een paar dagen later eten we in hetzelfde restaurant. Ik heb het erover met de serveerster die zegt dat het vaste gasten zijn die hier veel vrienden hebben. Van de Alzheimer weet ze niets, maar ook wanneer ik het over de camping heb kijkt ze me vragend aan.
Wat voor verhalen haar op de mouw gespeld zijn, weet ik niet.
Van W. heeft voor deze avond weer geboekt. Hij komt alleen. Volgens de serveerster zal zijn vrouw bij vrienden zijn.
Wanneer wij terug zijn zie ik haar alleen voor de tent zitten. Ze heeft fish&chips gehaald.
“Dit dus nooit hè,” zeg ik later in de caravan. Daarom hebben wij het nodige vast laten leggen bij de NVVE. Zodra de eerste verschijnselen van dementie zich voordoen weten mijn naasten wat mijn wensen zijn.
De vrouw op de camping heeft die wens alleen maar versterkt.
*****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten