29 augustus, 2024

Jacky's blog


It’s about time.

Ik kom vaak in Vertelsels voor, maar kent u me eigenlijk wel?
Een gewone hond ben ik niet. Ik ben een teckel en wat voor een. 

Waar papa en mama gaan, ga ik.
Mensen vinden het raar dat ze me geleerd hebben te luisteren naar papa en mama, maar ik ben deel van het gezin en ik hou onvoorwaardelijk van ze. Doen mensen dat ook??

Hotels, restaurants, campings – als er geen hondjes worden toegelaten, dan gaan wij er niet naartoe.

Ik ken mensen bij naam. 

Bijvoorbeeld “tante Door.” Wanneer mama zegt dat “tante Door” komt, dan sta ik al bij de lift.

Tommy en zijn familie: die ken ik allemaal bij naam. Maar toen was Tommy er ineens niet meer was ben ik een week van slag geweest. Hoewel hij mij vaak irriteerde hield ik toch ook wel veel van hem, want waarom had ik anders zo’n verdriet? Ik kon geen hap door mijn keel krijgen.

Nu is Coco daar en die moet me ook niet lastigvallen. Eigenlijk geldt dat voor alle honden. Ik val ze niet aan, maar zodra ze naar mijn achterkant gaan word ik kwaad. Dan snauw ik.

Mama zegt vooruit in de auto al “lief zijn.” Dat herhaalt ze eindeloos en ik weet dus ook wat dat betekent – want dan snauw ik niet tegen Coco.

Zo zijn er veel woorden die ik heel goed begrijp en waar ik meteen op reageer.

Eten – wandelen – oortje (lekkernij) – boodschappen doen (dan word ik alleen gelaten) – gezellig (dan is het fijn) – borstelen (dan ga ik voor papa’s stoel zitten) – bal (speeltijd) – slapen – blijf! - en nog zo wat woordjes.

Als mama zich gaat optutten en papa zegt dat we op restaurant gaan, dan blijf ik heel dicht bij haar en ik kijk hoe ze haar ogen kleurt.

Ja, zelfs wacht ik bij de douche en lik haar voeten droog.

Wanneer ze ziek zijn of verdriet hebben ben ik echt van slag. Zo erg dat ik geen moment van hun zijde wijk. Ik volg ze tot in de wc toe.

Ben ik ziek, wat gelukkig niet vaak is, dan zijn zij heel erg bezorgd. Dan wordt direct de dokter gebeld, die me dan weer beter maakt. Ik vind pillen slikken namelijk lekker.

Maar naar de dokter gaan vind ik niet leuk. Dan laat ik plasjes lopen en moet ik erg piepen. Dat doe ik ook bij de kapper. Vind ik ook niet leuk.

Eigenlijk ben ik een schijterd. Vuurwerk, onweer, flikkerende lichtjes, insekten, openwaaiende gordijnen - ik word er super zenuwachtig van.

Ook ben ik lichtelijk neurotisch. Zo ga ik een uur voordat het tijd is al drammerig zitten kijken voor mijn eten en mijn oortje. Zodat ze het niet vergeten.

Noem mij gerust een teckel van de klok.

Vanavond gaan we weer op restaurant, met de baas van de camping. Die heeft vier honden, maar die gaan gelukkig niet mee. Ik krijg altijd een stukje brood wat ik heerlijk vind en de mevrouw van het restaurant brengt een bak water.

Nu even over mijn vakanties, want ik ben echt op veel plekken geweest. Vakantie is heerlijk. Dan heb ik de vrijheid en gaan we naar leuke strandjes en weilanden waar ik heerlijk kan rennen.

Ik ben weliswaar 70 jaar, maar ik ren nog als een jonge haas. Over hazen gesproken – daar ben ik dol op. Het liefst levende, maar dat vindt papa niet leuk. Die haalt ze dan uit mijn bek. Daar snap ik nog steeds niks van. Ik ben toch een jachthond?

In de caravan is het veel leuker van thuis. Ik lig in mijn mand naast mama. We knuffelen veel. 

Om 7 uur ’s morgens steek ik mijn neus in haar nek om aan te geven dat de dag is begonnen. Dan ben ik zo blij wanneer ze opstaan. Papa laat mij altijd uit.

Wanneer mama om een kusje vraagt moet ik altijd 10 tellen nadenken en dan geeft ik haar de volle laag. Die 10 tellen nadenken geldt eigenlijk voor alles: zo ook wanneer ze vraagt of ik bij haar kom zitten. Dan krap ik me letterlijk eerst achter de oren en zet vervolgens mijn pootjes op haar knie. 

Wanneer ik zie dat ze de voortent afbreken en de boel gaan opruimen, dan ga ik bij de auto zitten. Stel je voor dat ze me ergens achterlaten. Gelukkig begrijpen ze dat en mag ik alvast in de auto wachten totdat we vertrekken.

Toen ik jonger was had ik last van wagenziekte, maar nu staat mijn mand op een koffer en kan ik alles zien. Dat helpt echt!

Moet ik onderweg nodig, dan geef ik een paar piepjes en mama weet het meteen. Ik plas trouwens wanneer zij dat vraagt. Zeker 's avonds wanneer we gezellig in de caravan zijn.

Gisteren heeft mama foto's van mij gemaakt op het strand.

↓Heerlijk pootje baaien.


↑Maar toen zag ik een groep mensen die lekkere broodjes zaten te eten. Papa kon roepen wat hij wilde, maar ik moest even slijmen. Ze vonden me heel lief.


↑Ik weet niet wat er met deze mevrouw aan de hand was, maar ik vond dat ik haar even wat kusjes moest brengen.

↓Kijk ik laat papa buig en strek oefeningen doen. Goed in beweging blijven is mijn motto en daar help ik hem bij.


"What a beautiful dog," zei deze mevrouw, die op ons af kwam. "What breed is it?"
Ja, hallo zeg - dat ze dat niet weet.


↕Ik geef even met mijn indringende blik aan dat het zand in mijn vacht jeukt en dat ik dorst heb.
Daar wordt meteen actie op ondernomen.


↑Bij de auto krijg ik mijn Franse maaltijd. Tja - als ik naar deze foto kijk, dan begrijp ik waaron de Britten mij een sausage dog noemen. Maar echt complimenteus vind ik het nog steeds niet.


En slapen dat ik na zo'n dag doe!!
*****

Geen opmerkingen: