Heel erg vaak gaan we niet uiteten. In Richmond nog het meest, maar dan bij hetzelfde restaurant waar het menu gevarieerd was.
We zitten nu in het Zeeland van Groot-Brittanië, maar nergens in de buurt is een goed restaurant te vinden waar visgerechten op het menu staan.
Ja, fish&chips.
Die vissers leveren niet aan lokale restaurants.
Het is te duur. Kwaliteitsvis kost geld en daar is te weinig animo voor (zie mijn blog van gisteren).
Toeristen gaan voor de goedkope, vette hap.
De menu's zien er allemaal hetzelfde uit. Het gaat je tegenstaan.
"Ik hou het op thuis eten," zegt manlief.
Verse groente, sla, stukje vlees of Schotse zalm en een dessert met fruit.
Ik kan hem geen groter plezier doen en zelf geniet ik ook van mijn kookkunsten.
Vleesboer Richard (eigenaar van de camping), over wie later in een ander blog, is mede eigenaar van Lobb's Farmshop. Daar haal ik vlees en andere lekkernijen.
We waren met hem in een pub waar we vorig jaar vaak aten en waar hij stamgast is.
Ook daar zag het menu er teleurstellend uit.
We gingen met fish&chips voor veilig, maar ik kreeg toch last van reflux.
In de auto terug vroeg ik aan Richard of hij vlees levert aan die pub. "No, she goes for cheap meat," was zijn antwoord.
Toen stond het me meteen tegen.
De delicatessen in Lobb's Farm Shop zien er watertandend lekker uit.
Alles is lokaal. Maar onze magen zijn niet ingesteld op pies, quiches en past(r)ies.
Te vet. Daar kan geen Gaviscon tegenop.
Ik gooi bijna alles in de oven en voeg geen olie toe.
Hier wordt het meeste met dierlijk vet bereid.
Maandag gaan we een dag naar St.Mawes en sluiten die af in een visrestaurant.
Althans, dat mag ik hopen.
******