↕Het is herfst en daar hoort dit weerbeeld bij.
Op de weg moet je dan afstand houden, maar op de Maas halen ze elkaar links en rechts in.
Het past in het jachtige beeld van deze stad, waar ik me steeds vaker bewust van word.
Ik verlang best naar een lagere versnelling.
Het is een onrustige tijd.
Het aantal kijkers loopt nog steeds op en dat betekent dat ik continu loop te poetsen -en op te ruimen.
Dat is best wel vermoeiend, zeker nu de voet echt een pijnlijk ding begint te worden.
Bij AH zijn stampotten in de aanbieding. Die maak ik klaar en vries ik in zodat manlief het volgend week niet te moeilijk heeft in de keuken.
Ik bereid zoveel mogelijk voor.
Donderdag ga ik onder het mes.
We zijn nu bijna twee weken terug in Rotterdam en al op de tweede dag werd ik geconfronteerd met "de-grote-stad-problematiek."
Het betrof een dakloze die vuilnisbakken overhoop haalde voor blikjes met statiegeld en een "verwarde" man bij de buurtsuper die wild om zich heen sloeg en schopte.
Hij wist de flessenautomaat op tilt te krijgen waar een verkoopster ("we kennen de man") hem mee hielp. Ik bleef op veilige afstand omdat ik het niet prettig vond.
Ook de dakloze kwam zijn blikjes inwisselen voor een paar dubbeltjes.
Vandaag reed ik in een smalle straat achter drie fietsende scholieren. Ze wilden niet aan de kant gaan, noch achter elkaar gaan fietsen.
Ik drong niet aan en sukkelde in mijn auto achter ze aan, maar de automobilist achter mij werd ongeduldig.
Ze sloegen af naar de grootgrutter, naast hun school.
Ik ook.
De supermarkt zag er belegerd uit. De school had pauze.
Scholieren kwamen met drommen naar binnen en vielen vooral de donuts en croissants aan.
Ik liep met een grote boog om de opdringerige jeugd heen - bang dat ik een hoestje of niesje zou opvangen, wat ik zo vlak voor de operatie niet moet hebben.
Andere winkelende mensen keken geërgerd en geschrokken.
Ik sprak de manager, die de jongelui bij de zelfscankassa's in de gaten probeerde te houden, wat onbegonnen werk was. Ze gingen met zijn vieren tegelijk door het poortje.
Ze gaf toe dat het een enorme overlast gaf en dat ze ermee bezig waren.
Maar buiten gebeurde er iets wat ik nog niet eerder had meegemaakt.
Ik liep naar mijn auto, die vlakbij de hefboom stond. Er kwam een rode Honda net het terrein oprijden.
Een meute scholieren liep terug naar school
Het achterportier van de Honda ging open. Ik was verbaasd, want de auto reed nog.
Maar toen bleek dat een van die scholieren en passant de deur had opengetrokken. De man stopte onmiddellijk, maar toen waren de vogels al gevlogen.
Ik raadde hem aan naar de school te gaan.
Of hij dat gedaan heeft weet ik niet.
Maar ik was zo razend, dat ik wel terug ben gegaan om het in de winkel te rapporteren.
En toen passeerde er een knul met een zware hoest mij en had ik het helemaal gehad.
Dat mondkapje - ik ga het weer dragen
En tussen de middag nooit meer naar de grootgrutter!!!
******
Geen opmerkingen:
Een reactie posten