Na een paar hectische maanden met veel tegenslagen, zowel voor onze kinderen als voor ons, hadden wij bedacht een weekendje op pad te gaan met ons vijven.
Ontspanning was het motto.
De kinderen waren enthousiast over dit Jugendstil hotel Bellevue in Traben-Trarbach, aan de oever van de Moezel, waar zij een paar jaar geleden hadden gelogeerd.
Vanuit Rotterdam is het een dikke vier uur rijden.
De ontvangst verliep niet geheel vlekkeloos.
Die was ronduit kil.
We kregen kamers op verschillende verdiepingen waar ik niet mee akkoord ging.
Ondertussen moest zoonlief op krukken via de nodige trappen naar binnen zien te komen en plofte neer op een stoel in de krappe receptie.
Nee, er bleek geen speciale entree/manier te zijn voor mensen die slecht ter been zijn, laat staan als je aan een rolstoel gekluisterd zit.
Dan te bedenken dat deze regio bij uitstek bezocht wordt door ouderen.
Aangezien er buiten niet veel parkeerruimte is was het zaak de bagage zo snel mogelijk naar binnen te brengen en zo gebeurde het dat de receptie binnen no time vol tassen en koffers stond.
Kortom wij blokkeerden de toegang.
Maar de chagrijnige receptioniste bleef volhouden dat ik de sleutels van de kamers niet kreeg als ik niet eerst formulieren invulde.
Te bedenken dat ik de hele rekening bij aankomst zou voldoen, in plaats van bij vertrek.
Met de piepkleine lift gingen we in etappes naar onze kamers - uiteindelijk wel op dezelfde verdieping.
Toen we om een bagagekar vroegen (die er niet was en ook niet in de lift zou passen) bood de receptioniste toch aan om te helpen.
Naar later bleek was de receptioniste niet de enige die het verkeerde beroep had gekozen.
Zelden zoveel zuurpruimen bij elkaar gezien.
De manager was de eerste avond behulpzaam, zij het met een geforceerde lach.
De tweede avond en ook bij het ontbijt kon er niet eens een groet van af. Zelfs niet een opgestoken hand vanuit de verte. Gastheerschap?
De kamers waren prima.
Niets op aan te merken. Ruim, schoon, alles aanwezig, goede bedden, ruime badkamer.....
Van het binnenbad hebben schoondochter, Tutti en ik met groot plezier gebruik gemaakt.
Alles was aanwezig: badjassen, slippers, badlakens, ruime warme douches met heerlijke zeep.
Qua comfort zat het goed, op dus die trappen na en de parkeergelegenheid buiten.
In een review las ik dat dit hotel zich onterecht het predicaat Jugenstil toeëigent omdat het gebouw uit begin 19e eeuw zou dateren.
Daar brand ik mijn vingers niet aan.
Binnen was de stijl in ieder geval wel Jugendstil. Je vindt het mooi of je vind het niet mooi.
Ik herkende vooral veel kasten die mijn oma Egmond ook had.
Enfin, kijk zelf maar.
De tafels zijn prachtig gedekt met damast en de sfeer is warm.
De eerste avond heb ik het lekkerst gegeten.
Wij hadden een halfpension arrangement, dus dat blijft een gok hoe het uitvalt.
Het ontbijtbuffet is fantastisch.
Je kunt eieren op alle manieren laten bereiden.
Wat opviel was de stilte.
De toeristische stadjes aan de Moezel, zoals dit Bernkastel-Kues waren gewoon uitgestorven. Het deed mij heel erg aan de lockdown denken, zo stil.
Tutti is zeer onder de indruk van kerken.
Hij slaat de speelgoedwinkel er voor over.
Nog voor we binnen zijn begint hij al te fluisteren.
Gebiologeerd nam hij alles in zich op, mijn hand goed vasthoudend - want toch wel mysterieus.
Daar mocht hij twee kaarsjes branden voor zijn overleden opa en oma.
Een stortvloed van vragen over bidden, het beeld van sinterklaas, Jezus, God, Latijnse teksten.......kon ik allemaal beantwoorden.
Maar dat hij er zoveel interesse voor heeft doet mij goed.
Na een hele slechte lunch (rodekoolsoep die zuur smaakte en er als kots uitzag) in een café waar Tutti niet alleen naar de donkere wc durfde omdat er monsters woonden, vonden we de ruïne Grevenburg (gebouwd in 1350) boven Traben-Trarbach.
Het uitzicht is weergaloos.
Zondagochtend na het ontbijt moesten we dan toch weer naar huis, na een gezellig weekend.
De eerste twee uur reed ik in de auto van -en met schoondochter en Tutti. Na een uur begonnen de zure oprispingen. Ik weet het aan de jus d'orange - maar het werd allengs erger.
Bij de wissel was ik blij even in de buitenlucht te zijn, maar ik zag als een berg op tegen de laatste twee uur die als tien aanvoelden.
Ik werd misselijker en misselijker en had het afvalzakje al in de aanslag.
We stopten nog twee keer voor wc-bezoek.
Thuis vond mijn maag dan toch dat het tijd werd om....
Heus, het waren tsunami's en ik ben doodziek geweest.
Hoe, wat, waarom?
We zullen het nooit weten.
Zondagnacht droomde ik dat een van de zuurpruimen gif in mijn koffie had gedaan.
Klopte wel een beetje bij de monster fantasiën van onze kleinzoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten