Mijmerend met een gigantische migraine zit ik achter mijn computer.
Ik moet nodig wat schrijven maar ben in zo'n treurige stemming dat er mij niets leuks te binnen schiet.
>>Eén van de beste vrienden van mijn ouders is vorige week overleden.
De dag voor zijn sterven bezocht ik nog zijn vrouw.
We kenden elkaar zó goed.
De rouwannonce ligt in Rotterdam en ik ben in Zeeland.
Een mix van verdriet, herinneringen en ook zelfverwijt maakt dat ik me vandaag allesbehalve lekker voel.
Oom C. was zo iemand om nooit te vergeten.
Wij zijn hem veel dank verschuldigd.
Dank die ik graag had uitgesproken op zijn begrafenis.<<
Dus wat ga ik bloggen?
Er lagen nog wat afbeeldingen waar één voor één een klein verhaaltje aan kleeft.
Dus vandaag is "kliekjesdag."
Ludiek vond ik dit wel. Een winkel in Altenahr met mijn naam.
Wanneer gaat Nederland eens over op deze manier van betalen bij niet geautomatiseerde tankstations.
***
Bij de kassa stond ik achter een mevrouw die truien had gekocht.
"Krimpen ze?"
De caissière keek op het labeltje. 'Tja, ik zou het er wel op wagen. Het mag op dertig graden. Mocht het nou erg krimpen, dan moet u maar terugkomen.'
"Ja, maar ik ga ze pas in het volgende seizoen dragen. Dan is het te laat om te reclameren."
'Oh. Mevrouw, wast u nooit nieuw gekochte kleding?'
De klant en ik keken elkaar verbaasd aan en zeiden tegelijk "neen."
'Ik was alles,' vervolgde de caissière. 'Het idee dat anderen het gepast hebben vind ik niet echt prettig.'
"Nee, ik ook niet," zei de klant aarzelend.
Ook ik schudde mijn hoofd.
Het ondergoed ging thuis direct de wasmand in.
Ik hoop dat u het kunt lezen. Het is een proces verbaal uit 1942 opgemaakt door mijn grootvader die toentertijd veldwachter was.
Vermakelijk dat zijn Duits verbeterd werd.
Al zoekend kwam ik ook nog dit tegen:
Er kwamen steeds minder leden en in 1938 werd Egmondsche Boys uit de competitie gehaald omdat de club niet meer beschikte over een volledig team.
Egmondia
Dit tot groot verdriet van vele Egmonders. Op 19 mei 1939 werd wederom een voetbalclub opgericht met de naam ‘Egmondia’. Het bestuur bestond uit voorzitter Piet Zwart en de leden Cor Blok, veldwachter W. ten Bruggencate, Jan Glas, Siem Zwart en kappersbediende Gerrit Mulder. In café ‘De Vergulde Valk’ werd een fancy fair gehouden en de opbrengst van 320,- gulden was het startkapitaal voor de nieuwe voetbalclub. Voorzitter Piet Zwart kon een stuk land huren van een weduwe voor 200,- gulden per jaar. Een bollenschuur diende als kleedkamer. De spelers van beide partijen en scheidsrechters bij elkaar. Dat leidde wel eens tot pittige discussies na een gewonnen of verloren wedstrijd. In 1940 brak de oorlog uit, maar de eerste jaren kon men nog wel gewoon doorvoetballen. Toen het dorp geëvacueerd werd was dat natuurlijk niet meer mogelijk, maar hield iedereen nog wel contact met elkaar. Hierdoor was het mogelijk dat Egmondia na de oorlog vrijwel direct weer verder kon. De bollenschuur werd ingeruild voor een verlaten Duitse bunker als kleedkamer aan de andere kant van de Van Oldenborghweg en zo heeft Egmondia nog drie jaar daar gespeeld.
Ook vermakelijk dat veldwachter Bruggencate (ten spreken de derpers niet uit) getuige was bij bijna alle huwelijken die er gesloten werden in de jaren twintig.
Dat zal hem veel gratis borreltjes hebben opgeleverd.
Dit kleintje in de achtertuin herinnert mij eraan dat het Pasen is.
Ik wens u derhalve mooie dagen.
***