15 april, 2015

Zorgwekkend

 
Uitgezwaaid door man en hond rijd ik naar Rotterdam.
Het dakje neer: voorjaar!!
Wind door de haren, zon op de huid. Ik voel mij een jonge blom.
 
Ik moet naar de pijnpoli.
Even vertellen dat het "tense apparaat" goed bevalt.
 
Op "De Zwaan" krijg ik buikpijn.
Een file houdt mij zeker tien minuten op.
 
 
Vijf minuten te laat sta ik bij de balie.
De assistente is nog druk met een oudere patiënt bezig. Ze probeert hem iets uit te leggen, maar de man begrijpt er niets van.
 
Ik begrijp het wel.
Maar ik begrijp niet waarom de assistente tot tien keer toe hetzelfde verhaal ophangt.
 
Het is belangrijk wat ze hem vertelt.
 
>> De man slikt veel medicijnen, die blijkbaar door de apotheek in "slikklare porties" aan hem worden gegeven.
Nu krijgt de man binnenkort een oproep voor een dagopname. Hij krijgt een bijzonder zware injectie, waar geen andere medicatie bij gebruikt mag worden.
Dus moet de man zijn apotheek daarvan verwittigen, zodra hij de oproep krijgt.<<
 
Het is allemaal te vaag voor hem.
 
"Wanneer krijg ik die oproep dan?"
'Ja, mijnheer dat weten we nu nog niet. We moeten de planning nog gaan maken. Dat wordt wel mei hoor.'
 
"U schrijft andere namen op dan die op de potjes staan."
'Het is hetzelfde, mijnheer. Alleen gebruiken wij de stofnaam.'
 
Stofnaam?
Nu begrijpt de man er helemaal niets meer van.
 
"Ik woon op een verdieping met andere mensen. We delen één postbus. Het gaat nogal eens fout."
'Ja, u maakt het wel ingewikkeld mijnheer. Maar gaat u nou maar eerst naar uw apotheek om te zeggen dat u moet stoppen met uw medicatie voordat u die prik krijgt. Anders gaat het echt fout.''
 
"Maar wanneer....."
 
Oh, wat is dit triest.
Hij begrijpt het niet, of de uitleg van de assistente verdampt meteen in zijn oude brein.
 
Ik kijk op de klok en zie dat ik nu vijftien minuten te laat ben. In de wachtkamer zit niemand meer.
Dus reikt mijn arm langs de zij van de man en leg ik mijn afsprakenkaart op de balie.
 
'Ik help nu eerst even deze mevrouw, mijnheer.'
 
Gelukkig heeft de anesthesist nog een patiënt binnen. Dan ben ik aan de beurt.
 
Binnen vijf minuten ben ik klaar.
Ik bof: een vervolgafspraak is niet nodig.
 
De man staat nog steeds bij de balie.
 
Ik mag me nergens mee bemoeien, maar ik vraag me af waarom de assistente niet even een briefje richt aan de apotheek. Of even opbelt.
Daarmee bespaart ze de man veel hoofdbrekens en het kost haar minder tijd.
 
Vergrijzing.
Verzorging.
Verwarring.
Verontrusting.
*****

Geen opmerkingen: