Contrastvloeistof in een ader.
"Voor de vaten in de nek en het hoofd," zegt de laborante.
Ze prikt goed.
"Geen handschoenen?"
"Mevrouw, ze prikt als de beste," zegt de andere laborante.
"Dat geloof ik. Daar gaat het ook niet om," zeg ik.
"Mevrouw heeft gelijk," zegt de prikster. "Ik moet eigenlijk handschoenen aan."
Ze leggen me in een harnas.
Ik wil nog even aan mijn neus zitten en in mijn ogen wrijven.
Dan schuiven ze mij de tunnel in.
Enigszins claustrofobisch sluit ik mijn ogen.
Ik wil niet zien hoe eenzaam ik mij voel.
Getik
Geklop
Geratel
Gebonk
Gepiep
Gebeuk
Gejank
Hamer
Moker
Drilboor
Heipaal
De decibellen verslaan de koptelefoon ruimschoots.
Ik heb RTV-Rijnmond aangevraagd, maar daar is niets van te horen.
45 minuten in zo'n alles ontdekkende tunnel doen je realiseren dat je tijdelijk op deze wereld bent.
45 minuten helemaal alleen met een alarmknop op je buik, die je niet wil gebruiken omdat het onderzoek dan nog langer duurt, zetten je aan het denken.
Mijn hersenen staan op beeld.
"Verbeelde ik het me nou, of lag ik echt te schudden."
De laborante knikt.
"Ja, dat klopt. De tafel schudde. Heftig hè?"
De afgelopen drie maanden heb ik veel van die momenten meegemaakt.
Drie specialisten vonden het nodig mijn lichaam aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
De (Rotterdamse) doortastende aanpak in het Havenziekenhuis vond ik geweldig, maar het was ook overrompelend en beangstigend.
Na vier radiologische onderzoeken, twee echo's, drie hartfilmpjes, drie bloedonderzoeken en vandaag die mri, ben ik even klaar.
Opgelucht dat er nu geen verdere onderzoeken volgen.
Blij dat het goed is.
Dat het de afgelopen drie maanden spanning heeft gegeven lijkt mij niet verwonderlijk.
Bang voor de onderzoeken was ik niet.
Voor de uitslag scheet ik in mijn broek.
**********