30 oktober, 2015

Jachtseizoen

 


  Ze gaan stug voort met de training van hun slimme hondje.
Ikke dus.
Ik begrijp alles, maar heb zo mijn eigen willetje.
 
 
Kijk, hier zou ik dus graag mijn poten inzetten maar dat mag niet meer.
 
Nu het hoog water is kunnen ze mij met een gerust hart op de strekdam tussen Zierikzee en
Ouwerkerk loslaten.
Het is een iets te ingewikkelde sprong en zwemmend krijg ik die vogels toch niet te pakken, maar ik jaag ze wel van de kant.
Die stomme beesten dobberen voor de wal tot ik weg ben. Schijterds.


 
 Ik ren helemaal naar het eind (meestal via de rechterkant) en kom dan via de linker
kant (zwaar rennen) terug.
 
Papa en mama zijn dan nog niet halverwege de dam.
 
“Toe maar,” zegt het vrouwtje en daar ga ik weer. Hetzelfde traject.
 
Tegen de tijd dat ik weer bij haar ben is het tijd om terug te gaan.
Papa is al teruggelopen en staat aan de “thuiskant.”

 
“We gaan naar huis Jack.”
Weg ben ik.
“Ga maar naar papa,” roept ze me na.
 Dat hoeft ze geen twee keer te zeggen.

FILMPJE


Geloof me nou maar: ik ben een jager en ik begrijp niet dat zij dat niet kunnen waarderen.
Papa is buiten zinnen wanneer er drie fazanten door de voortuin lopen. Zo bijzonder.
Hij maakt wel dertig foto's.

 
Een dag later heb ik er één in mijn bek en dan roept hij: loslaten.
 Ik begrijp mensen soms echt niet.

Geen opmerkingen: