05 mei, 2021

Uit de hoogte


Ik vroeg me af, op weg naar Rotterdam, of dit nu verbouwing vier of vijf was.
Dus ging ik tellen.

1. In 1977 hadden we geen rooie cent en deden het noodzakelijkste zelf. Manlief kreeg het letterlijk benauwd van het lostrekken van de vloerbedekking. Het waren reepjes die volgens ons met Bison Kit waren vastgelijmd. ’s Avonds lag hij (astmapatiënt) te snakken naar adem.

Ook het schilderwerk deden we zelf. Wat kapot was (o.a. de garagedeur) bleef kapot en werd nooit gerepareerd.

2. In Zierikzee (1983) was ook het nodige te doen. Daar nam mijn vader een groot deel van de klussen voor zijn rekening en probeerde ik tegeltjes tegen de keukenmuur te plakken. 

De grootste kostenpost, de buitenkant schilderen, besteedden we uit aan een goede schilder die veel monumentenpandjes opknapte. Ook de vloer in de opkamer lieten we leggen. Maar ook in dit huis hebben we niet al onze wensen in vervulling kunnen laten gaan.

3. Aan het dijkhuis in Oud-Beijerland (1987) lieten we een serre bouwen. Verder was het huis in prima conditie.

4. Kapelle (1992) was in perfecte staat. Wij hadden echter een grote wens: een slaapkamer met badkamer beneden. Daar waren de mogelijkheden voor. We lieten het aanwezige kantoor verbouwen. Het schilderwerk buiten heb ik altijd met veel plezier zelf gedaan.

5. Tytsjerk (1999) Een ramphuis

Achteraf gezien hadden we er beter een bulldozer op af kunnen sturen en daarna een nieuw huis laten bouwen (zoals we in 2013 in Brouwershaven hebben laten doen).

Alleen de buitenmuren bleven staan, verder werd alles gestript. Maar toen het klaar was zag het er prachtig uit. Dat genieten duurde welgeteld een week. Toen spoot de stront ineens uit de wc en de douche. De riolering bleek verzakt te zijn, en kapot.

Sindsdien spreken wij over een Woelwijkje wanneer we een project als hierboven beschreven tegenkomen.

Dit als “korte” inleiding naar de huidige verbouwing. “De laatste,” roepen we in koor.

Vandaag was het kamikaze werk aan de beurt. 

Even bleek er onduidelijkheid toen ik de wasser en de droger nog zag staan in de slaapkamer. Afgesproken was, en wij hadden dat zwart op wit, dat die ook afgevoerd zouden worden. Goed dat we even kwamen kijken. De opzichter had het niet zwart op wit, evenals nog wat andere zaken. 

Maar ook dat is opgelost.


Iedereen was er voor beraad. De slopers, de elektricien, de timmerman, de loodgieter en ook werd het materiaal voor de metselaar gebracht. De opzichter had de leiding.
Iedereen was blij met onze complimenten. Wij verbazen ons erover hoe opgeruimd het eruitziet.

↓De tegelleverancier dacht de inhoud van zijn volle busje ook wel even met de kraan naar boven te krijgen, maar daar was de aannemer nog niet zo zeker van. 
“Veel te zwaar,” zei hij terwijl hij zijn phone tevoorschijn haalde om de opzichter te bellen.
De kraanmachinist wachtte op instructies.


De koelkast gaat naar de zoon van de opzichter. De timmerman is blij met de oven.
Kijk eens hoe keurig dekvloer erbij ligt!!

De badkamer ziet er nu wat luguber uit.


Veilig achter het scherm staan onze onverplaatsbare meubels.


Om tien uur kwam de keukenman om, op verzoek van de opzichter, even kort te sluiten hoe laag/hoog het plafond moet worden en aanpassingen aan een aantal leidingen door te nemen.

Wij genoten van de activiteiten. Allemaal mensen die voor ons aan het werk zijn.

Nu gaat het opbouwen beginnen.
Terug in de caravan belde mijn vriendin om te vragen hoe het ging. Maar na een paar minuten werd ze weggedrukt door een telefoontje van de opzichter. Ik begrijp nog steeds niets van die telefoons.

Hij wilde wat weten over de afvoer van de wasmachine.
Er was even onduidelijkheid toen manlief zich ermee ging bemoeien, maar ook hier kwamen we uit.
Hij whatsappte een schetsje.

Geen opmerkingen: