Gisteravond hadden we gezellig gegeten met onze vriendin.
Mijn kokerij was in goede aarde gevallen. Iedereen had zitten smullen.
*****
"El, ik ben erg misselijk," hoorde ik vannacht om een uur of twee naast me. "Ik heb al een emmer gepakt."
Kort daarop brak de oorlog in zijn maag -en darmen uit en dat hield niet op.
Hij kon vanmorgen geen stap meer verzetten. Eén slokje water leidde tot een golf van braaksel.
Ik deed mijn arme lieverd zelfs een luier aan die we godzijdank nog in huis hadden van ik-weet-niet-meer-wanneer.
Zelf had ik nergens last van en ook onze vriendin, die ik toch maar even belde, was prima in orde.
Dat er een arts moest komen was duidelijk.
Dus belde ik de huisartsenpost weer, maar liet mij dit keer niet met 25 wachtenden voor me in de anderhalf uur durende wacht zetten.
Ik drukte dus op de noodtoets.
Er was ook geen denken aan dat ik manlief naar het SFG zou vervoeren.
Moedig en zelfverzekerd zette ik mijn betoog in, die niet afwijzend werd ontvangen.
Sterker nog, binnen een half uur stond er een vrouwelijke arts voor de deur. Een hele kordate vrouw die direct de ernst van de situatie inzag.
P. werd uiterst zorgvuldig onderzocht. Diagnose: gastro-enteritis (ontsteking van het maag-darm kanaal).
Ze vreesde wel uitdroging na het zien van de foto's die ik had gemaakt van de laatste aanval.
Drinken mocht hij niet, ook geen kleine slokjes.
"Heeft u cola in huis?"
"Ja, maar wel Zero."
"Dat is jammer, want ik wil ORS = oral rehydration solution maken. De mengsel van zout, suiker en vloeistof. Dat dienen we uw man dan druppelsgewijs met een theelepeltje toe, als een soort infuus - maar dan oraal. De caffeïne in de cola is ook goed. "
Maar dan gaan we dat even in de keuken maken. "
Ze keek naar zijn onderbeen en pake precies de pijnlijke kuit.
Ik zag trouwens geen vreemde dingen meer aan de voet. Nog iets dikker dan de andere misschien.
In de keuken ging ze aan de slag met water, suiker en zout.
Ik moest aan mijn schoonvader denken die apotheekhoudend huisarts was en ook zelf drankjes en zalfjes in elkaar flanste.
Anno 2022 deed deze moderne arts dat dus ook.
Ik moest proeven en zij proefde.
"Nee, nog wat zout," zei ze met haar Duitse tongval.
"Nee, nu is het te zout. Nog een paar korreltjes suiker."
Mijn sympathie voor haar groeide en zij had door dat wij ook niet bepaald onnozel zijn.
Dat vergemakkelijkte de communicatie.
Toen ze manlief theelepeltjes ging voeren smold ik.
Ze wilde haar handen weer wassen in de keuken en daar vertelde ik wat er zaterdag (zie vorige blog) allemaal was voorgevallen en vooral wat er was misgegaan.
Haar mond viel open. Ze gaf meteen toe dat het slecht geregeld is.
Ik liet haar de brief van haar collega lezen. Weer verbazing.
"Dit is heel slecht. Als er een echo was gemaakt dan had u nu zeker geweten of het wel trombose is."
Van die opmerking keek ik op.
"Ja, ik begrijp niet dat er op de Spoedeisende Hulp geen echo voorhanden is. Hij kon er zelfs morgen niet terecht.........maa..aar denkt u dan dat het GEEN trombose is."
Ze gaf ruiterlijk toe dat ze daar inderdaad aan twijfelde.
"In de brief van collega T. staat verdenking trombose en dat moet u letterlijk opvatten. De bloedwaarden zijn inderdaad iets verhoogd, maar dat is voor mij geen duidelijke indicatie.
Ik denk dat uw man vorige week een zweepslag heeft gehad. Omdat het een lang weekend is worden uit voorzorg bloedverdunnende injecties gegeven."
Ze beloofde zetpillen voor te schrijven, tegen de misselijkheid.
"Maar daar moet u wel weer voor naar het SFG."
Manlief mocht weer gaan drinken als hij dorst kreeg van de ORS en als hij echt trek kreeg mocht ik zelfs een bordje pasta met ketchup voor hem maken.
Wij waren beiden enorm opgelucht: vooral vanwege dit kordate optreden, het feit dat we serieus werden genomen en dat ze de klachten over de behandeling afgelopen zaterdag ernstig achtte.
"Als het niet goed gaat, meteen bellen," zei ze bij de lift. "En op de noodtoets drukken."
Ze lachte.
Goed, ik kwam dus in een file terecht op weg naar Rotterdam-Noord (zie foto boven).
Onbegrijpelijk dat wij vanuit Kralingen helemaal naar SFG moeten om medicijnen te halen.
Er mochten ook maximaal drie personen naar binnen, wat ik goed vond.
De meeste mensen droegen een mondkapje.
Normaal ligt het medicijn klaar, maar hier werkt dat anders.
Ze pas aan de slag wanneer je je meldt.
Een moslima, met een ingewikkelde naam waar de assistente zich geen raad mee wist, kon zich niet legitimeren. Ook had ze geen verzekeringspasje bij zich.
Via haar huisadres en geboortedatum werd het recept gevonden.
De assistente bleef uiterst vriendelijk, geduldig -en behulpzaam.
Trouwens, bij de apotheek is er helemaal geen sprake van privacy: ze vragen niet alleen je naam en geboortedatum - ze noemen je adres en willen een telefoonnummer horen.
Daar moest ik wel hartelijk om lachen.
Toen ik eindelijk aan de beurt was bleken de voorgeschreven zetpillen niet in huis.
Er moest gebeld worden met de dokter.
"Ja, maar daar heb ik er nog maar vier van." hoorde ik de assistente tegen de arts zeggen.
"Ik wil ook graag ORS kopen," vulde ik aan.
Dat lijkt mij wel handig om in huis te hebben.
Inmiddels was het half vier en liep ik de hele dag op één kopje koffie.
Ook Jacky was verwaarloosd, maar die voelt feilloos aan wanneer ze zich rustig moet houden.
Toch ging mijn aandacht in eerste instantie uit naar haar. Uitlaten en eten.
Manlief probeerde de zetpil letterlijk krampachtig binnen te houden.
"Ik heb erge dorst," zei hij.
"Dat is heel goed. Precies wat de dokter zei. Je mag gaan drinken. Cola."
En toen was het tijd voor de prik in de buik.
Het lukte mij tot twee keer toe niet om het rubberen dopje van de spuiten af te trekken.
De eerste keer prikte ik in mijn vinger en de tweede keer raakte de naald mijn ketting.
Twee spuiten weg.
De derde ging goed.
Ik ben blij dat morgen de week weer begint en wil deze paasdagen zo snel mogelijk achter me laten.
*******