Allereerst wens ik u, lieve lezers, een gezellig paasweekend toe.
Aan het weer kan het niet liggen.
*******
Het is lang geleden dat ik iets onder dit label plaatste, maar helaas is het weer zover.
Manlief kampte in Italië met pijn in zijn rechterbeen. Hij dacht aan een overbelaste achillispees.
Het lopen ging hem steeds moeilijker af.
Vorige week struikelde hij en gilde het uit van de pijn.
Maandag kon hij bij de fysio terecht.
Er ontstond, na het tapen, een rode plek die mij alarmeerde: trombose!!
Maar, neen - dat was het zeker niet volgens P. Hoe vaker ik trombose aankaartte, des te kwaaier werd hij.
Toen we de tape verwijderden ging ook de rode plek weg en was hij van de misselijkheid af.
Vrijdag behandelde de fysio hem weer.
(Tussendoor, op donderdag werd er ook nog een grote uitstulping op zijn hand door de dermatoloog weggesneden.)
Gisteren zag de voet, en dus niet meer het been, er alarmerend raar uit.
Een witte klomp die dof aanvoelde:"alsof hij niet aan mijn lijf zit."
Er zijn nog 25 wachtenden voor u.
"Schrijf even je verhaal puntgewijs op," adviseerde ik. "En je medicijnen."
Na anderhalf uur kreeg hij de huisartsenpost aan de telefoon. Uiterst correct en vriendelijk.
Om kwart over twee moest hij zich melden bij de in het Fransiscus Gasthuis, gemakshalve SFG.
Vanwege Corona mocht er geen begeleiding mee, dus ging ik met Jacky in het parkje voor Zorghotel Aafje wandelen en zitten.
Patiënten en gasten zaten gezellig op het terras. Ik zag keurige bediening met glazen witte wijn naar buiten komen.
>>>Mijn gedachten gingen terug naar 1976.
Dit SFG stond er toen nog maar net.
Ik liep stage (K&O) op de zuigelingen -en couveuse afdeling. Een van de leukste ervaringen uit mijn opleiding.
Misschien had ik de verpleging in moeten gaan, bedacht ik mij.
Er waren nog nonnen. Mijn begeleidster heette zuster Ludovica, een ontzettend aardige en zorgzame vrouw.
Ik heb er veel geleerd, waar ik later als prille moeder veel aan heb gehad.<<<
Om drie uur belde P.
"Mijn telefoon is bijna leeg. Er is bloed geprikt en ik moet op de uitslag wachten. Als het goed is mag ik naar huis. Anders moeten er echo's gemaakt worden om de trombose te lokaliseren. Dus ga maar naar huis."
Op weg naar huis zat ik te vloeken en te huilen.
Dus toch trombose.
>>>In 2002 had hij een aderontsteking waar zeer adequaat op werd gereageerd.
En toen werd, als donderslag bij heldere hemel, ook nog eens de diagnose CLL gesteld.
Ik moest hem toen een paar weken lang in zijn buik injecteren. Er volgde een traject van wekelijkse controles bij de trombosedienst.
Zijn spataderen werden operatief verwijderd. Het waren helse weken, zo kort na het overlijden van mijn moeder.<<<
En nu - twintig jaar later zitten we weer in zo'n onzekere periode.
Het zal heus wel goed komen, maar het geeft weer spanningen. Aanpassingen, controles en de onzekerheid of -en wanneer het sein veilig wordt gegeven.
Op een longembolie zitten we niet te wachten.
Thuis ging ik onmiddellijk op zoek naar de steunkousen die ik twintig jaar geleden ergens had opgeborgen.
Ik vond ze in een ladekastje in de berging.
De was opvouwen en strijken was een goed tijdverdrijf. Ons nichtje stuurde lieve whatsappjes om mijn gedachten wat af te leiden.
Om vijf uur hield ik het niet meer uit en belde manlief.
"Kom me maar halen. Ik moet nog naar de apotheek voor spuiten."
"Dus het is trombose?!"
"Kom me alsjeblieft halen, El!! Hoofdingang" Er klonk een snik.
Om half zes - vier uur nadat ik manlief had afgezet bij de huisartspost - reed ik tegen het verkeer in naar de hoofdingang.
P. stond te zwaaien. Hij moest nog een kwartier wachten op zijn medicatie.
Ik liet Jacky even haar hoognodige dingen doen, maar ik had geen poepzakjes bij me.
Eenmaal in de auto kon P. zijn hart luchten:
"Ik kan dit niet alleen El. Jij had doorgedrukt.
Ik heb die dokter vijf minuten gezien.
Ze zei: "verdenking trombose."
Maar ik ga die spuiten niet nemen hoor. Het is allemaal zo raar gegaan."
"En die echo dan," vroeg ik.
"Is niet gemaakt.
De Spoedeisende Hulp zit er tegenover. Ze kunnen met elkaar praten, zo dichtbij.
Ik ging er met de verwijzing naartoe.
"Wat komt u doen," snauwde de vrouw achter de balie.
Nou, dat legde ik uit. Werd toch afgesnauwd en het gebeurde niet.
Geen echo.
Nu moet ik dinsdag via de huisarts naar een internist verwezen worden en zullen echo's moeten uitwijzen hoe en wat."
Ik startte de auto.
"Nee, dat gaan we niet doen. We gaan eerst jouw hematoloog op de hoogte brengen en haar om advies vragen."
Makkelijk gezegd in een paasweekend.
We waren beiden uitgeput en emotioneel.
Manlief had een brief meegekregen waarin bloedwaarden stonden die aan duidelijkheid niets te wensen overlieten.
In een van de laatste zinnen werd het geharrewar over de echo omschreven als logistiek omslachtig.
Een mea culpa??
Om half zeven kreeg hij zijn eerste prik in zijn buik.
Ik e-mailde, op zijn verzoek, de hematoloog - inclusief een foto van de brief.
Blijkbaar leest ze tijdens haar vrije dagen ook haar mails, want ze reageerde vrijwel direct.
Dinsdag neemt ze contact op.
Manlief wandelt iedere twee uur korte stukjes, draagt zijn steunkousen weer en laat zich gewillig door mij prikken.
De grootste schrik ebt langzaam weg.
Er is weer een herinnering toegevoegd.
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten