Een situatie: vanmiddag in een haardenwinkel.
Wij zijn op zoek naar een allesbrander.
In deze winkel staan leuke modellen, maar ze zijn allemaal ongeprijsd.
Voor ons is een Duitser, vergezeld door vrouw en dochter, aan de beurt.
Hij spreekt prins Bernhard Nederlands en is lang van stof.
Maar dat maakt de verkoper niet uit. Die is wellicht nog spraakzamer. Hij is dan ook geen Zeeuw.
De Duitser zegt: "Ja, misjien koop ik de ka-hel wel ien Deutschland, weil ze daah minder duur zain."
Blijkbaar is dat een uitdaging voor de verkoper, want hij gaat belachelijk zijn best doen voor de oosterbuur met zijn hoisje ien Ellewoitsdaik.
Wanneer de lamlendige dochter de stoel van P. inneemt als hij even door het raam kijkt of er nog geen print onder de ruitenwisser zit is het tijd de haardenwinkel te verlaten.
Na een kwartier zijn we terug in de lege winkel.
Ook naar ons toe is de buitenlandse Zeeuw langdradig.
Alle prijzen moeten worden opgezocht.
Dat gaat me veel te lang duren en ik vind het merkwaardig.
Waar rook is is vuur.
***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten