Twee weken geleden krijg ik een email van S., de zus van de 83-jarige B.
"Hij heeft na de hartklep operatie twee herseninfarcten gehad en is eenzijdig verlamd."
Ik schrik me kapot.
Mijn liefde voor de familie S. is groter dan voor mijn eigen familie.
Ze spelen dan ook een belangrijke rol in mijn boek.
Mijn moeder zat ondergedoken bij de grootouders van S. en B. in Eibergen.
Zus W. (foto) schoot mijn ouders te hulp toen mijn moeder in 1955 besloot haar studie af te maken.
Ik hield zielsveel van W. en mis haar tot mijn eigen dood.
B. zorgde voor het ontwerp van de achterflap van mijn boek.
En nu zit B. in een verpleeghuis in Eibergen.
Hij zal nooit meer uit de rolstoel komen, de toestand is allesbehalve stabiel, hij draagt een plascondoom.
De mond staat scheef, het gezicht is uitdrukkingsloos - maar bij de omhelzing komen bij ons beiden de tranen vanzelf.
"Het is zwaar kloten, Ellen."
Ik kan dat alleen maar beamen en wil hem eigenlijk niet loslaten.
B. kent mijn spontaniteit: hij laat de knuffels gewillig toe.
Hij praat gelukkig goed en informeert meteen naar het huis in Brou.
Dat vind ik knap.
We kijken naar de foto's op Vertelsels.
Het icoontje van mijn blog prijkt op zijn bureaublad. Weer schieten de tranen in mijn ogen.
Een verpleegster komt binnen met een broodje haring.
Het ziet er niet bepaald fris uit en binnen no time stinkt de hele kamer zuur.
"Woonde je maar dichterbij," zegt zijn vrouw.
'Volgende keer blijf ik een nachtje slapen,' beloof ik.
"Ja!! En dan gaan we bij Bellefleur eten," zegt B.
We hebben in het verleden veel gezellige avonden aan tafel met B. en H. doorgebracht.
>>>Hij was negen jaar toen de oorlog uitbrak en kan zich nog veel herinneren uit de jaren dat mijn moeder met fietstassen vol illegale kranten door de Achterhoek reed.
De hele familie S. zat in het verzet.
Toen vader S. moest onderduiken, bleef moeder met zeven kinderen achter.
Dat dappere jongetje die banden lek prikte van Duitse auto's en een revolver uit een truck jatte is nu een versleten man die wacht op het einde.
Zijn einde betekent weer een link minder met die cruciale levensjaren van mijn moeder. Het is een stukje verleden wat ik niet los wil/kan laten.<<<
Ik zit tegenover B. en realiseer me maar weer eens dat gezond zijn geen vanzelfsprekendheid is.
Waar ligt de grens, vraag ik mij af. Wanneer is er geen kwaliteit van leven meer?
Een dag later zie ik deze uitzending van
ZEMBLA die ik iedereen wil aanbevelen.
Het is meer dan zorgelijk, mensen!!
******