04 november, 2019

Angst


We mochten weer oppassen.
Een hele lange dag met Mop is een feest.

Hij laat blijken ook te genieten. Van zijn geroep om -en naar Opaaaa en Omaaaa krijg ik vlinders in mijn buik.
Mop laat in alles blijken dat hij ons zeer waardeert.
Een etmaal met een bijna tweejarige gul lachende peuter geeft mij zó veel energie.

Mop gaat heel gewillig naar bed en vertrekt voor drie uur naar dromenland.
Het verbaast mij iedere keer weer hoe gewillig en makkelijk hij is.

Genoeg opgeschept over onze kleinzoon.

Ik ga even terug naar mijn moederschap -en mijn jeugd.

Toen zoonlief (1979) werd geboren had ik mijzelf voorgenomen hem alles te gunnen en zo min mogelijk te verbieden. Dit kwam voort uit onprettige ervaringen uit mijn eigen jeugd.
Mogen in plaats van moeten werd mijn stelling.

>>>Voorbeelden.
Die verdomde thermometer die bepaalde of ik ziek was of niet. Je kunt je hondsberoerd voelen en geen koorts hebben, maar daar was mijn moeder onverbiddelijk in. 

Ik was bang om thuis te komen met onvoldoendes. De (ook lijflijke) straf vreesde ik zozeer dat ik handtekeningen ging overschrijven. Heel gevaarlijk, want mijn broer werd daarop betrapt door de rector. 

Het mee moeten doen met clubjes waar ik me helemaal niet bij thuis voelde.

De schaamte over mijn figuur en dat totaal verkeerd aanpakken.

Mijn moeder had 0,0 inlevingsvermogen.<<<

Ook Mop brengt herinneringen uit mijn prille jeugd terug.

Zo was hij een paar weken geleden hier.
Zijn kampeerbedje werd in onze slaapkamer gezet. Hij moest een dutje doen, maar zette het op een krijsen.
Dat hield wel een uur aan.

Hij weigerde in een vreemde, donkere kamer te slapen en ik begreep hem.
We nemen even zestig stappen terug in de tijd: mijn slaapjes bij opa en oma Rotterdam.
Zij hadden geen logeerkamer en dus werd ik, op verjaardagen die laat werden, in hun bed gelegd.

De zware, donkerrode velours gordijnen werden gesloten.
Ik vond het spookachtig en vroeg of er een lampje aan mocht blijven.

"Ja," zei oma.
"Nee, onzin," overstemde mijn moeder haar.



Zelfs de bedwelmende geur van "4711" in de lakens kreeg mij er niet onder.

Bij opa en oma Egmond vonden we het een feest wanneer we op zolder mochten slapen.
Met elkaar de spanning delen was leuk.
Ik was flinker dan mijn zusje. Het waaide altijd zo dicht aan de kust en A. dacht dan geesten te horen.

Zij was niet onder te brengen.
Altijd bang in een vreemde omgeving.

Als ik alleen op die zolder moest slapen was ik ook geen held.
Lagen er lijken in al die hutkoffers? Het gammele zolderraampje klepperde.
Het rook muf.

Rillend op mijn blote voetjes liep ik twee steile trappen af.
"Kom jij maar bij mij slapen, skat."
Ze sloeg de versleten dekens open (de goede dekens waren voor gasten) en ik kroop tegen haar dompig ruikende pyjama aan. Oma begreep mij.
Ze legde haar kruik tegen mijn voeten.
De versleten sok kietelde aan mijn voeten.

Dus begrijp ik, net als mijn grootmoeder mij begreep, mijn kleinzoon goed.
💓Hij hoeft niet bij ons te slapen. Wij komen wel naar hem toe.💓
*****

Geen opmerkingen: