21 september, 2020

Blog zonder naam


Gisteravond troffen we maatregelen omdat er onweer in de bergen hing. Het was niet dramatisch en ook de regen viel mee, maar voor het geval dat het ’s nachts toch ging spoken ondernamen we toch actie.


De nieuwe koelbox, die op het buiten stopcontact is aangesloten, verplaatsten we een stukje waarna we de tafel erover zetten en daarover een cover. Zo, die stond veilig.

Maar vanmorgen was hij niet meer koud. Het lampje brandde nog wel.

Paniek! Gevloek en getier. Nee, niet nog een keer.

Was de stroom vannacht uitgevallen? Neen.

Wat kon het zijn? 

Toen zag ik ineens het waterpasje. Dat was ons nog niet eerder opgevallen. Wij hadden hem met onze eigen waterpas recht gezet. Maar naar het verzetten was hij blijkbaar uit het lood geraakt. Niet op gelet. 

Fridge must be level staat er ook duidelijk op.

Godzijdank deed hij het weer na wat spielerei met houtjes en kartonnetjes. 



We gingen wandelen in een natuurgebied tussen de golfbaan van Interlaken en de Thunersee. Een keer vlak lopen is wel fijn, maar het natuurlijke gebergte bekoort ons meer dan dit verwaarloosde natuurgebied.

Het was niet heel erg druk, maar de meeste tegenliggers weigerden een stap opzij te doen. We werden razend.

Abstand bitte!!! Hallo, hallo – Corona!! Wij gingen aan de kant staan en draaiden ons een kwartslag om.

Toen kwamen er twee oudere mannen. Ze liepen midden op het pad. Zelfs als ik aan de kant was gegaan, dan nog had ik hun adem kunnen ruiken.

Dus weer vroeg ik of zij afstand wilde houden vanwege Corona.

“Maar wij zijn broers,” zei de sufferd. “Maar ik ben niet uw zuster,” zei ik.

Ze mompelden nog wat onaardigs in het Zwitsers.


Wel kreeg ik met mijn telelens moeder en kind zwaan te pakken.


↑Terug op de camping misten we een aantal campers. Die moeten altijd hun territorium zichtbaar veilig stellen. 
Schandalig zoals deze Nederlanders de boel hadden achtergelaten. Later, kwamen ze terug om het iets te fatsoeneren. ↓

Geen opmerkingen: