Van heinde en verre komen ze naar het Grevelingenmeer. Brabo's, Limlanders, Belgen en Ollanders (zoals de Zeeuwen noorderlingen plegen te noemen).
Het duurt een half uur om - met hulp van anderen (want alleen duiken mag niet) - in het pak te komen.
Dan is het een zware loop naar de duikplek.
Na een half uurtje onder te zijn geweest klimmen ze weer aan wal en zwoegen terug naar de auto. Het uitkleden (ik word moe als ik ernaar kijk) en het inpakken kost minstens drie kwartier.
Ondertussen nemen de duikers technische details door en worden sterke verhalen uitgewisseld. Wij - op een bankje gezeten - luisteren en kijken. Ik zie stevige, hangende, grote en kleine bilpartijen en dito piemels.
"Ik heb een haai gezien. Zo groot." Met zijn handen geeft de duiker een lengte van - ik schat - zo'n vijftig centimeter aan.
"Ja, ja, ja, ik heb er ook één gezien", beaamt zijn onderwatermaatje.
Haaien in het Grevelingenmeer??
Ik kijk P. vragend aan.
Zuurstofgebrek??
1 opmerking:
http://www.anemoon.org/anemoon/spuisluis/2003/030119.htm
Een reactie posten