Vandaag was ik op een verjaardag. Een vriendin werd zestig. Dat moest gevierd worden.
Zestig dames had ze uitgenodigd. Dames van goede doen, die (financieel) niets tekort komen.
Natuurlijk ontstaan er kliekjes. Ik probeer me daaraan te onttrekken, maar onwillekeurig zoek je oude bekenden op.
"Hoe is het met de bank?"
Nog voor ik kon antwoorden, volgde er "krijgen jullie ook nog wat van die bonus, die Groenink opstrijkt?".
Vervolgens kwam er een vloedgolf van verontwaardiging over mij heen.
"Daar maken wij ons nou niet zo druk over. Wij zijn nog in rouw dat de bank zo verkwanseld is".
Toen kwamen er allemaal vergelijkingen met andere gefuseerde bedrijven, die weliswaar wel onder eigen vlag blijven bestaan.
Weer probeerde ik - op rustige manier - uit te leggen dat het hier om wel iets anders ging. AAB is weg, er blijft niets van over. Het was praten tegen een muur.
Het belangrijkste was die bonus van Rijkman.
Mensen, die niet die affectie hebben met AAB zoals wij, snappen niet wat er gaande is. De impact ontgaat hen volledig. Ze komen met vergelijkingen, die kant noch wal raken. Bij die onwetendheid, die nonchalance, die ongeïnteresseerdheid, gaat mijn bloed weer koken zoals het dat tijdens de overnamestrijd ook gedaan heeft.
Bij het personeel - mijn echtgenoot incluis - is de rust (tijdelijk) weergekeerd. Er komen even geen verontrustende berichten meer binnen. De plannen voor de integratie worden gesmeed en zullen eerst ter goedkeuring aan de NB worden voorgelegd.
Daar gaat geruime tijd overheen. Het speculeren staat op een laag pitje. Zij die erin berusten werken gestaag door. Zij die er niet in berusten gaan op zoek naar een ander baan.
We wachten af. Wat moeten we anders?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten