The Dock (old Naples)
P. at een heerlijke salade met crab en ik genoot van deze locale specialiteit, stone crab.
Na het eten wandelden we over de steigers van de jachthaven, waar gelukkig niet alleen van die St. Tropez cruisers liggen - maar ook "gewone" zeilboten.
Een deel is afgezet omdat/zodat er (beschermde) manatees (kunnen) zwemmen.
De pelikanen hebben dankbaar bezit van de lege steigers genomen.
Een prachtige, zwoele zomeravond - begin april.
We gingen op een bankje zitten.
Achter ons stond een man te telefoneren (ik vermoed met het thuisfront).
Hij liet ons "meegenieten."
Hij was langs de kust van South Carolina afgezakt naar Florida en via the Keys in de Golf van Mexico gekomen.
De reis ging nu verder noordwaarts, waarschijnlijk terug naar de thuishaven.
Ze hadden een tijdje met anderen opgetrokken, maar dat was niet goedgegaan. Die mensen waren te kliekerig en daar hielden ze niet van.
Eigenlijk was het allemaal vreselijk, maar nu ze gedoucht hadden voelden ze zich beter.
Hij vond Naples wel leuk en de haven okee. Op die shit pelikanen na.
De volgende stop zou Fort Myers zijn - 26 miles varen.
Dat zouden ze in twee dagen toch wel moeten halen.
Het was een zware tocht.
P. kon zijn lachen niet inhouden.
Het gejammer ging door tot Mrs. verscheen.
Ze had vier boodschappentassen bij zich.
"Let's go!"
Vrolijk klonk anders.
Wat ons meteen opviel was haar witte gezicht.
Verbaasd zei P.: "na één dag op het water ben ik zwart."
We besloten te blijven zitten om te zien naar welk schip ze gingen.
"Zij heeft in ieder geval geen zeebenen," zei P. toen Mrs. zich in de rubberboot liet vallen.
Ah, nu begrepen we waarom Mrs. ongebruind was.
Ik, schijterige zeil-dummy, vroeg me af waarom je gaat zeilen als je het daglicht niet kunt verdragen.
Volgens P. was dat een heel goede vraag.
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten