P. koopt op zaterdag altijd de Telegraaf bij de bakker.
Zo gaat dat tegenwoordig. Vanmorgen stond ik bij de kassa van Kruidvat achter een mevrouw die drie pakken Roodmerk ging afrekenen.
"Kijk de broertjes Peteri."
Hij gaf mij de pagina met het inmiddels bekende verhaal over de ontstaansgeschiedenis van Quooker.
Mijn zusje zat met een Peteri in de klas.
Ik zat met een Peteri in de klas.
Niels werd geboren toen H. (tot dan toe de jongste) en ik in de eerste klas zaten.
Ik kan mij dat nog heel goed herinneren.
Peteri woonde naast de Kralingsche school. Na schooltijd stapten wij over een hekje en speelden in dat gigantische huis waar een gezellige chaos heerste.
Ik vond het heel vreemd dat H. haar moeder Betty noemde.
In de jaren zestig was dat wel tamelijk vrij. Zeker in Kralingen.
Hoe grappig:
De vriendjes van onze zoon keken ook vreemd op toen ze hoorden dat hij ons bij de voornaam aansprak.
Vorig jaar was de hele familie Peteri op de reünie van de Kralingsche school.
Mevrouw Peteri stapte niet meer over het hekje, maar kwam wel het schoolplein op.
Ze is nu 89 en geeft nog steeds bijles oude talen.
Goed, van werkstad naar feeststad.
"Amsterdam gaat dood."
Goh, en al die festiviteiten dan?
Ik zie alleen maar deinende oranje massa's en overvolle grachten waar geen rondvaartboot meer doorheen kan.
Maar la Bloemen zal wel gelijk hebben.
Mag ik concluderen dat Amsterdam niet meer van de Amsterdammers is?
Volgens een aantal geboren -en getogen Mokummers mag ik dat inderdaad concluderen.
Iedereen moet in Amsterdam wonen. Dan hoor je erbij.
Mensen betalen gigantische prijzen voor een muizenhol. Maar dan wonen ze wel in Amsterdam.
Want in Amsterdam gebeurt het.
Amsterdam was de stad van Leen, Cor en Sjaan.
Het is nu de stad van Mees, Max en Olivia.
"Ik val graag over die Groen-Links bakfietsen, want mijn huis is ook in waarde gestegen."
Voor geld is alles te koop.
Ook Amsterdam.
****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten