27 februari, 2007

Hoogvliegers, geschreven met een jetlag-and hand

Een vakantie vol belevenissen, gevolgd door een enerverende reis. Want dat laatste was zeker het geval.
We vlogen zondag van Atlanta terug naar Amsterdam.
Peter keek in de lounge met wat andere golffanaten naar de wereldkampioenschappen matchplay, terwijl ik mij met een Amerikaanse gezin onderhield dat voor een jaar naar München ging. Mrs. was in tranen en zat onafgebroken te bellen met het thuisfront, waar ze maar geen afscheid van kon nemen.
Mr. was erg nerveus. Hij realiseerde zich dat hij vrouw en kinderen losrukte uit hun vertrouwde mid-west omgeving en had daar overduidelijk wroeging over. Als modelontwerper van BMW werd hij een jaar naar München uitgezonden en en famille hadden ze besloten met elkaar te gaan: hij vreesde dat anders zijn huwelijk op de klippen zou lopen. Maar nu het moment dáár was begon het wel erg moeilijk te worden. Mijn troostende woorden stelden hem tijdelijk gerust en hij gaf mij zijn kaartje.
“Please contact me. We have a Frysian horse (race) and would love to come to the NL”.
Is goed: inmiddels puilt mijn portefeuille uit van aardig bedoelde kaartjes. Achterop schrijf ik snel wie het is en waar ik hem/haar heb gesproken.

Aan boord kwam een oververhitte dame in de rij naast ons zitten, die een ruzie-achtig telefoongesprek voerde. Ik kon de conversatie bijna letterlijk volgen: ze had bonje met de (schrijvende) pers.
Vervolgens kwamen de golffanaten binnen die ons direct aanspraken. De heren waren in een opperbeste stemming. Mijn ogen en oren bleven op de vurige dame gericht en haar (werk)tas.
Daarop stond Justice Department Louisiana Senate. Het speculeren kon beginnen. Louisiana? Hurricane Katrina?
“Ze gaan vast naar Den-Haag: er moet een geschil uitgevochten worden”, dacht Peter. De dikke man naast haar zou wel haar secretaris zijn. Hij luisterde mee met zijn hoofd bijna op haar schouders.
Ik richtte mij tot één van de golffanaten en vroeg hem of hij ook uit Louisiana kwam. Dat was inderdaad het geval.
Dus ging het gesprek al snel over de hurricane, de overstromingen, de 1953- ramp, de deskundigheid en hulp van ONZE ingenieurs, etc.
Ondertussen brieste de oververhitte dame door en werd het behoorlijk lawaaiig in de businessclass van KL 622. "Krijgen jullie nu wel voldoende steun uit Washington", kon ik niet nalaten uitdagend te vragen. De één schudde ja, de ander nee.
Beleefdheidshalve stelde ik mij voor en hadden de golffanaten ook een naam. Onverwacht kreeg ik weer een kaartje onder mijn neus geduwd met tegelijkertijd de uitleg wie zij nu eigenlijk waren of liever gezegd wat zij nu eigenlijk waren.
Wij zaten met vijf senatoren en the governor of Louisiana in de cabine.
”She`s the governor”, zei Francis wijzend naar de telefonerende vrouw. “And he’s security”, zei hij wijzend op een persoon met een vierkant hoofd aan de andere kant van het gangpad.
Enigszins stomgeslagen leunden wij achterover, wachtend op take-off. Ze zette op tijd haar cellphone uit, maar haar woede was daarmee niet getemperd.

Nadat het lampje “fasten seatbelts” uit was ging iedereen zich met het moeilijke telefoongesprek bemoeien en werd er hardop vergaderd. Ook wij werden erin betrokken en knikten sprakeloos ja- en amen.
Bijna vergat ik dat ik ook nog twee films wilde zien: Nachtrit en Borat. Ik zette de koptelefoon op en probeerde mij los te maken van het interessante gezelschap.

Gedurende de vlucht bleef de dikke man onrustig in zijn stoel heen en weer schuiven. Een paar keer moest ik hem vragen stil te zijn omdat er mensen (waaronder Peter) lagen te slapen. Vanwege de koptelefoon verhief hij, zonder daar zelf erg in te hebben, zijn stem dermate dat hij achterin het vliegtuig te horen was.
Hij wist zich geen raad met zijn stoel en ook van het videosysteem begreep hij niets. Moeizaam draaide hij zijn zware lijf richting mij en riep mijn hulp in. "I want to see From here to Eternity". Aangezien ik ook wakker bleef, tikte hij mij regelmatig op mijn arm. "Please dear....."
Later die nacht kreeg ik door dat hij de echtgenoot van the governor was.

Tijdens het ontbijt raakten wij aan de praat en bedankten zij mij voor mijn hulp. The governor gaf mij als aandenken haar securitypin (2e zie foto). Ze waren op weg naar Düsseldorf voor een 2-daags werkbezoek aan Thyssen-staal-, die een onderdeel wil huisvesten in óf Alabama óf Louisiana. Deze zware delegatie moest dus zwaar gaan lobbyen. Kathleen Blanco was dolblij met the turn in Washington. Ze vertelde dat de opbouw eindelijk op gang kwam, zij het met een minimaal budget. Vol lof sprak ze over onze Deltawerken en dat ze in Louisiana veel aan de Nederlandse knowhow hadden gehad. Het was een indrukwekkend gesprek: mijn bewondering voor deze moedige dame (ook nog moeder van 6 kinderen) steeg tot grote hoogte. Ze was aardig, wars van blabla en zeer toegankelijk.
De purser was niet op de hoogte van dit hoog bezoek, wat ik wel amusant vond.
Enfin, wij hebben een persoonlijke uitnodiging van senator Francis Heitmeier in onze zak + the securitypin, waarmee ik blijkbaar zo the capitol mee in kan lopen.

http://en.wikipedia.org/wiki/Kathleen_Blanco

Opvallend vond ik dat geen van hen van/over Ayaan had gehoord! Ook toen ik een foto van haar liet zien (uit HP/de Tijd) haalden ze hun schouders op, enigszins in verlegenheid gebracht.
En zo stuit ik steeds weer op die onwetendheid IN de V.S. Met IN bedoel ik alles en iedereen buiten New York en Washington. Geloof mij: dat is by far the majority.

Wat ik wel een saignant detail vond: de security-beer keek naar Amerikaanse films met ondertiteling....................in het Arabisch.

Geen opmerkingen: