Vanmorgen om 7.30 uur stonden we met een behoorlijke kater op.
1. Vanwege de overvloedige drank van gisteravond.
2. Omdat we weg moesten.
Met heel veel pijn en moeite had Peter de koffers dicht gekregen en tilde zich een breuk. Eigen schuld, dikke bult. Er moesten zo nodig golfballen gekocht worden.
Iedere keer is het ook weer spannend bij het inchecken. We hoorden niets, maar zagen wel dat onze bagage het toegestane gewicht van Economy overschreed. Gelukkig was het op het vliegveld rustig en verliep de security ook vlot. Wat een gedoe toch met die plastic zakjes.
Bij Gate C4 zien wij de “fortuinlijke” passagiers uit ons vliegtuig stappen. Peter merkt ineens een bekend gezicht op en zegt: “volgens mij loopt Ayaan daar”. Ik ben vliegensvlug in de benen en weet haar in te halen.
Ze wordt vergezeld door twee stevige, aantrekkelijke African Americans – die trouwens helemaal niet reageren wanneer ik op ze afkom.
Meteen verschijnt die brede glimlach op Ayaans gezicht als ik haar aanspreek. Haar hand voelt warm aan.
Ze is in Fort Myers voor een lezing. Haar boek is een enorm succes, waardoor ze nu overal wordt uitgenodigd voor lezingen. Ze ziet er fantastisch, charmant uit!
Tegelijkertijd realiseer ik me – wanneer ik haar escorte zie – hoe gelukkig ik mij mag prijzen met mijn (bewegings)vrijheid. We realiseren ons het veel te weinig, maar haar zo te zien neemt iets van de vanzelfsprekendheid weg. Ze heeft veel bereikt, maar ook verloren.
Altijd (ongewild en ongevraagd) omringd door mensen en toch zo alleen.
Haar bodyguards blijven op gepaste afstand en begrijpen niets van ons praatje in het Nederlands. Wanneer mijn flight wordt omgeroepen moet ik afscheid van haar nemen. Het is te bizar voor woorden.
Hoe is het mogelijk dat ik uitgerekend in een –verhoudingsgewijs - klein, onbekend stadje Ayaan Hirsi Ali tegenkom.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten