28 juli, 2012

Dagboek van een loods (3)

27 juli

Het lijkt alsof P. een rustige nacht heeft gehad.
Alsof inderdaad.
"Ik heb slecht geslapen, El."
Hij heeft de kleur van een damasten servet en wat ik vrees bevestigt hij met dat ene, gevreesde woord: "misselijk."

"Ik moet 's nachts nog een extra pil nemen. Die moet jij me geven."
Hij wordt met de minuut afhankelijker en machtelozer. Wat een tel geleden is gebeurd herinnert hij zich niet meer.
Ik ben echt zijn loods.

We houden dezelfde routine als de twee voorgaande dagen aan.
Met grote tegenzin eet hij een beschuitje met jam.

Dan gaan de eerste vier pillen naar binnen. Een uur later volgen de twee soorten antibiotica.
Het kost hem aanzienlijk meer moeite.

P. staat op nadat ik hem nog een misselijkheidsremmer heb gegeven..
Langzamerhand verschijnt er weer wat kleur op zijn wangen. Hij maakt zich druk over zijn "lamme" oog. Ik verzeker hem dat ik niets afwijkends zie.

'Zal ik de apotheker van de Daniel eens bellen over de misselijkheidsremmers?'
P. knikt toestemmend.
De apotheker van de DdH is fantastisch. Hij staat me zo prettig te woord,
Het blijkt dat P. nog lang niet aan de maximum toegestane dosis zit.
Dus gaan we dat vandaag wat opvoeren.

Ook ik heb slecht geslapen.
Het is alsof er een scheermes langs mijn maagwand gaat.
Ik durf het niet te zeggen en bel om 11 uur de (waarnemende) huisarts. We komen beiden tot dezelfde conclusie: stress.
Ik moet wat meer zuurremmers slikken en krijg een gel voorgeschreven.

P. is stil. Het is alsof hij niet doorheeft dat ik er ben.
Hij leeft in zijn eigen wereldje.
Bijwerkingen, bijwerkingen, bijwerkingen.

Ik wil zo graag knuffelen. Dicht bij hem zijn.
Hij heeft daar duidelijk moeite mee. Voelt zich natuurlijk ook klote.

Om 13 uur bemerk ik ineens dat ik nog niets gedronken heb.
Ik loop de hele dag met flesjes water achter P. aan, maar vergeet zelf te drinken.
De migraine kondigt zich met zachtje klopjes aan.

J. en R. komen langs.
"Er gaat niets boven je eigen," zei mijn oma Egmond altijd.
Wij moesten daar om lachten - maar o-o-o, wat had ze gelijk.
De kinderen zijn mijn steun en toeverlaat.

"Eet jij zelf ook wel goed," vraagt R.
Ze heeft het wel door.
Ik mompel ja. Net als P. krijg ik geen hap door mijn keel.

'Wat wil je bij de thee? Beschuitje? Langetje?'
"Een Sultana."
'Sultana's heb ik niet in huis schat.'
"Dan maar een Langetje, maar ik heb zin in Sultana's"

De kinderen moeten een boodschap doen bij Albert Heijn.
Ik loop met ze mee en probeer onderweg iets voor het avondeten te verzinnen.
Ik koop sowieso Sultana's. Eenmaal thuis blijkt P. er geen zin (meer) in te hebben.
Hij doet een beetje verbaasd.

We eten macaroni - simpel aangemaakt met tomatenpuree en hamsnippers.
Hij doet zijn best. Ik ook.

Dan is het tijd voor de laatste twintig - gevolgd door de drie schepjes griesmeel.

Daarmee komt er een einde aan deel 1 van de kuur.
Er moeten nog vijf delen volgen.
Met de antibiotica gaat hij gewoon door.


Fludarabine en Cyclofosfamide:
Toedeledokie.
***

1 opmerking:

Jacqueline zei

Spannende tijden voor jullie, vooral voor P. natuurlijk.
Het idee dat gif te moeten slikken werkt verlammend lijkt mij.
Maar uiteindelijk zal het hem beter maken en dat is waar jullie voor gaan.

Sterkte, Josephine S.