We waren het er vanmorgen niet over eens: wanneer vertrekken
we uit deze modderpoel?
Vandaag leek een drogende dag te worden. De zon scheen en er
stond een koele bries.
Ik stelde voor om niet te lang te wachten daar de
weersverwachtingen voor het einde van de week niet glorieus klonken. “Maar ik
ga niet op 1 mei rijden met al die gekken op de weg,” zei manlief.
Echter toen hij zag dat de camping leger en leger werd
vanwege “moddervluchtelingen,” veranderde ook hij van mening.
We besloten het grondzeil in ieder geval onder de kraan te
houden en de sneldrogende luifel op te trekken. Zo konden zon en wind hun werk
doen. Weg met die nattigheid.
Vervolgens maakten we een leuke rit naar Volterra – een hooggelegen
stadje met een eeuwenoudehistorie. Helaas stond de 10e eeuwse kathedraal
in de steigers, maar waren we wel het decor van filmopnames.
Op de weg terug (via colletjes die niet zouden misstaan in
de Giro) werden we op een gruwelijke manier geconfronteerd met het onzinnige
rijgedrag van Italianen. Ze pakken altijd de binnenbocht en op de smalle wegen
negeren ze domweg de doorgetrokken streep.
Dat leidde tot een zwaar ongeluk waar wij een paar minuten
achter zaten. Het ambulancepersoneel gebaarde heftig dat we door moesten rijden
– pal langs een brancard waar een zwaargewonde man op lag.
Mijn maag draaide. Het
werd stil in de auto.
Daarom wil ik woensdagochtend vroeg gaan rijden naar het
meer van Trasimeno – onze volgende bestemming, vlakbij Perugia. Van hier is het
ongeveer een half uur naar de autostradale.
Eerst maar eens zien uit deze troep weg te komen.