06 april, 2019

Ook mijn familie ontkwam er niet aan: mazelen



Ineens viel het kwartje.
Ruim tachtig jaar na dato.

Wanneer ik oma Egmond naar haar familie vroeg werd ik bedolven onder verdrietige verhalen. Haar oudste broer stierf op 30-jarige leeftijd, haar vader werd in 1940 doodgeschoten en ook haar jongere broer ontkwam niet aan het oorlogsgeweld.

Beide kinderen van haar oudere zus Anna (1892-1938) stierven aan hersenvliesontsteking.

Geen vaccins, geen antibiotica en de kunde die bij die jaren hoorde.

Mijn weldenkende oudtante hield haar dochter (nicht van mijn vader) op veilige afstand van het besmette huis in Egmond en waarschuwde mijn grootmoeder, die op haar beurt het advies van haar schoonzus negeerde en daarmee een levensgroot risico nam.

Ze was hardleers en hielp haar zuster (die later ook aan de ziekte overleed) met het verzorgen van de doodzieke kleintjes.

Nu begrijp ik dat ze mazelen hadden, die uitmondde in een fatale meningitis.
Dat mijn domme (maar liefhebbende) oma zoveel risico nam zou anno 2019, met de kennis en mogelijkheden van nu, onbegrijpelijk (moeten) zijn.

Niets is minder waar.
Het verweer tegen de mazelenprik neemt toe. Ouders beslissen over leven en dood van hun kinderen en nemen een (voor mij) ontoelaatbare beslissing.

We leven in 2019, maar alles wat er momenteel gaande is doet me aan de jaren dertig denken.

U mag het zelf invullen.
********

Geen opmerkingen: