****************************************
Goede initiatieven omhels ik graag. Steunbetuiging.
Librisbestuur, steun het korte verhaal!
Open brief van Sanneke van Hassel, geplaatst in de Volkskrant van 16 juni 2010
Het is op zijn minst vreemd te noemen dat op het moment dat vlak na elkaar twee verhalenbundels de Libris Literatuur prijs winnen het bestuur van de prijs het besluit neemt vanaf volgend jaar alleen nog romans in aanmerking te laten komen voor nominatie. In 2008 won D. Hooijer de prijs met Sleur is een roofdier, dit jaar Bernard Dewulf met Kleine dagen. Zij passeerden kanshebbers als Tom Lanoye en Jeroen Brouwers. Ook andere binnenlandse bundels doen het goed dit jaar: Cees Nooteboom won de Gouden Uil voor zijn bundel ’s Nachts komen de vossen en korte-verhalenkoningin Mensje van Keulen eindigde op de shortlist van de Libris.
Uitstekend, zou je zeggen, zo krijgt het eigenzinnige, het minder bekende, het samengebalde een nieuwe kans zijn weg te vinden naar het grote publiek. Zo wordt er aandacht gevestigd op het genre van het korte verhaal, een genre dat sinds 2005 een gestage opmars kent. In dat jaar publiceerde Joost Zwagerman De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 korte verhalen. Deze omvangrijke en veelgeprezen bloemlezing toonde de veelzijdigheid en het hoge niveau van het Nederlandstalige korte verhaal.
Sinds de komst van de dikke Zwagerman lijkt het beter te gaan met de belangstelling voor het genre. De laatste jaren debuteren er weer meer schrijvers met korte verhalen en wordt er regelmatig over geschreven in de boekenbijlagen van de kranten. Tel hierbij op initiatieven als het nieuwe tijdschrift KortVerhaal, de korteverhalenprijs die schrijver René Appel en uitgever Lidewijde Paris aan het opzetten zijn, de website www.shortstory.nu maar ook bijvoorbeeld de schare bewonderaars die de ‘zeer korte verhalen’ van A.L. Snijders hebben en je kunt concluderen dat het er wel eens slechter heeft voorgestaan met het genre. Salonfähig is het ook, veellezer en voorzitter van de Sociaal Economische Raad Alexander Rinnooy Kan beleed 21 mei in Trouw zijn liefde voor het korte verhaal en prees de nieuwe Amy Bloom aan.
Nadat de poëzie zich de afgelopen jaren meer manifesteerde via festivals en initiatieven als de Gedichtendag is nu het kort verhaal aan de beurt. En daarna misschien het essay of het Nederlandstalige toneel. In een tijd waarin de consument graag kiest tussen dertig soorten yoghurt, of chiquer olijfolie, kan hij nu welgemoed verschillende genres gaan ontdekken.
Het mooie aan een literaire prijs is dat een jury een jaar lang de tijd kan nemen het aanbod te lezen en met elkaar te bespreken. Nieuwsgierig. Met open vizier. Een goede jury kijkt verder dan haar neus lang is en de stapels bij de kassa van boekhandelsketens hoog zijn. Wie enige kennis heeft van literatuur weet dat er ook nog een andere stapel bestaat: van de vele prachtige boeken die niet zijn opgemerkt, vaak om onverklaarbare reden, of waar geen plekje voor naast de kassa was gekocht.
De vraag is: waarom heeft het Libris-bestuur het korte verhaal geschrapt? Ligt het aan het ontbreken van grote namen? Als je naar de shortlists van de afgelopen drie jaar kijkt valt op dat naast een enkele Enquist of Grunberg er veel minder bekende schrijvers op staan. Veel kaskrakers lijken er niet bij te zitten. De Librisprijs blijft uiteindelijk een prijs die in het leven is geroepen door boekhandels. Zou het zo zijn dat kwantiteit toch net iets zwaarder telt dan kwaliteit? lees verder
Een verhalenbundel staat hoog op mijn lijstje van "nog te schrijven."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten