30 mei, 2012

Dat ik überhaupt nog consument ben.....

************************************************************************************
Het begint vanmorgen met XS4ALL, onze provider in Zeeland.

'Ik wil mijn abonnement opzeggen.'
"Momentje, ik verbind u door."
Dat momentje worden tien minuten. Waarschijnlijk omdat ik in de rij der opzeggers sta.
(Willen ze je daarmee nog een poot uitdraaien? Of rekenen ze erop dat je geen geduld/tijd hebt en het gesprek zult verbreken.

Na tien minuten:
'Waarom moet ik tien minuten wachten?'
"Omdat het erg druk is."
'Dat is niet best.'
Stilte.
"Waarom zegt u op?"
'Omdat er goedkopere providers zijn.'
"Welke?"
Ik lieg: 'daar ben ik nog niet uit.'
Waarom lieg ik? 'Gaat je geen moer aan,' wil ik eigenlijk zeggen.
Ik ben geïrriteerd door het lange wachten. Ik ben ook geïrriteerd omdat ik, door mijn eigen gemakzucht, jarenlang veel te veel heb betaald.
"Wij kunnen u een goedkoop pakket aanbieden."
'Kom je nu mee,' denk ik - maar zeg ik niet.
'Nee dank - ik zeg op.'

En dan die standaard laatste vraag: "Kan ik verder nog iets voor u doen?"
Ik heb de neiging.........................................maar onderdruk het.
****
De groentemevrouw heeft altijd de neiging.

Ze schoffeert er lustig op los. Zonder aanziens des persoons.
Het mevrouw komt venijnig uit haar mond.

Omdat ik haar "toevoegingen" spuugzat ben, koop ik alleen in noodgevallen bij haar.
'Is er al nieuwe prei?'
"Nee mevrouw.Daar is het nog te vroeg voor"
Zonder dat ik ernaar vraag voegt ze toe: "Eerst krijgen we de Spaanse, mevrouw."
'Okee, dan eten we vanavond oude prei.'

Ze voelt zich blijkbaar aangevallen en snauwt: "Tenzij u het natuurlijk in uw achtertuin heb staan."
Dit keer kan ik het niet laten: 'Als ik het in mijn tuin heb staan, kom ik niet in uw kraam. Dag mevrouw.'
In uiterste nood wordt het voortaan Iglo.
****
Daarna loop ik naar Birckenstock op de Nieuwe Binnenweg.

De procedure in de onderbemande winkel is alsvolgt:
Je pakt zelf de slipper die je mooi vindt, waarna je op zoek gaat naar winkelpersoneel om te vragen of ze jouw maat uit het magazijn willen pakken.

Het is druk. Het is er altijd druk, maar in het weekend staan de mensen buiten te wachten - dus ik moet nu even flink zijn en geduld tonen.

Ik zie iemand en vraag of ze mijn maat wil pakken.
"Ik ben geen verkoopster," zegt ze boos.
'Oh, sorry.'
Het winkelpersoneel is als zodanig onherkenbaar gekleed.

Dus ga ik met de slipper naar de kassa.
Voor ik het weet duwen vijf jelaba's me opzij. "Wij waren eerst."
Weer: 'Oh, sorry.'

Ik ga beduusd op een bank zitten en wacht tot de hebberige, oververhitte klanten klaar zijn.
Daar neem ik het schouwspel van de Marokkaanse vrouwen, die met hun hele hebben-houwen-kinderen en moeders slippers kopen voor de familie back home, goed in mij op.

"Heeft u deze in 32 en 33. En deze in 34. En deze in 38 en 41. En deze in 40. Nee, nee die in 43. Maar wat als ze niet passen. Ik wil ze terug kunnen brengen als we terug in Nederland zijn?"

De verkoper krijgt zeven slippers in zijn armen geduwd en moet maar zien dat hij met de juiste maten terugkomt.

Naast mij komt een vrouw sandalen passen.
Onder haar jelaba komen een paar ongewassen voeten tevoorschijn. Ik kijk verschrikt de andere kant op - recht in de groene kijkers van.................jawel - een verkoopster.

"In welke maat wilt u die slipper passen?"
Nog voor ik antwoord kan geven trekken vier Marokkaanse handen haar weg. Ze roept iets tegen een collega en wijst naar mij.

De verkoper komt naar mij toe. Ik geef hem de slipper en vraag om maat 40.
"Sorry mevrouw, maar dit is de laatste."
Nog voor een ander hem (de verkoper) van mij afpakt pak ik een andere kleur.
'Deze misschien?'

Hij knikt en verdwijnt naar het magazijn.
Dan mag ik één slipper passen. Voor de rechtervoet.
'Maar links en rechts verschillen een kwart maat.'
"Sorry. Vanwege diefstal mogen we maar één slipper laten passen."
Dus geef ik de rechter slipper terug en pas de linker.

Waarna ik mijzelf op een bos violieren trakteer.
De hele weg terug naar huis houd ik mijn neus in het heerlijk geurende boeket.
Eenmaal thuis ben ik de lucht van tenenkaas kwijt.


Geen opmerkingen: